Bijlage *27. S O E PI N R 1C H T1N G de heer M. Henriques Pimentel De Secretaris, Joh. J. Belinfante. Ook in het jaar 1899 1900 was de lastelling op dezelfde wijze als vroegere jaren werkzaam. De opbrengst der collecte was evenmin als het vorige jaar bevredigend te noemen. Het aantal uitdeelingen afwisselend rijst- en erwtensoep bleef stationnair. Eveneens het getal der bedeelden (118 huisgezinnen: 123 in 1898 1899 Ook het aantal uitgereikte portion soep bleef on geveer even groot. Behalve de vaste bedeelden, die hun soep mee naar huis namenwerden telkenmale in het gebouw der Inrichting een aantal Israëlietische kinderen van kostelooze scholen gespijzigd terwijl er ook gelegenheid bestond voor enkele volwassenen zonder onderscheid van geloof, zoo zij zich hiertoe aanmeldden, om indien er na de uitdèeling nog soep over was, in ’t gebouw een bord soep met eene snede broods te nuttigen. Ook dit jaar schonk de Inrichting weder gelegenheid aan de jongeliedenvereeniging «Liefdadigheid zij ons DoeD, arme school gaande kinderen in haar lokaal vóór hun gang naar school brood en melk uittedeelen. Na afloop van het uitdeelingstijdperk doch nog vóór het nieuwe uitdeelingstijdperk nam zijn ontslag als Bestuurslid. In het Bestuur namen zitting de heeren 8. J. Bosman en Dr. I’h. Kooperberg. Uit de Bestuursleden werden gelijk vorige jaren, enkele sub- commissiën gevormd voor verschillende werkzaamheden. VOOR ARME ISRAëLIETEN TE ’s-GRAVENHAGE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1900 | | pagina 514