29
1899, alzoo ƒ649,45 meer, welk verschil hoofdzakelijk te dan
ken is aan meerdere ontvangsten voor logies en mindere uitgaven
aan onderhoudskosten van het gebouw. Tengevolge van de
hoogere prijzen van de brandstoffen werd daarvoor in 1900
ƒ168,75 meer uitgegeven dan in 1899. Het gebouw vorderde
438,39 minder aan onderhoudskosten dan in 1899doch
516.40 meer werd uitgegeven aan inventaris, en wel voorna
melijk voor de gedeeltelijke vernieuwing van het fornuiswelke
vernieuwing 187,05 kostte en aanschaffing van nieuw linnen
goed, waarvoor ƒ342,96 werd uitgegeven.
Evenals in de vorige jaren geschiedde wordt voorgesteld lOpCt.
van het voordeelig saldo op de exploitatie van het kosthuis ver
kregen, alzoo 307,16 den Directeur te doen toekomen.
De bezittingen der naamlooze vennootschap bestonden op 31
December 1900 uit: het gebouw aan de Assendelftstraataan
hypotheken ƒ19700,— drie 3 pCt. Obligation Nederlandsche
Werkelijke Schuld ieder groot 1000,— een spaarbankboekje
waarop een bedrag van ƒ3000 is ingeschreven, den inventaris
en ƒ2797,215 aan contanten. Daartegenover stonden als lasten:
voor ƒ43,500 aan aandeelenwelke zich nog in handen der
aandeelhouders bevinden, ƒ500 voor in vorige jaren uitgeloote
doch nog niet afgeloste aandeelen en 943,75 voor onuitbetaalde
dividenden van vorige jaren.
Onze Penningmeester stelt u thans voor het huis in de As
sendelftstraat dat onlangs op ƒ27,000 werd getaxeerd in de
boeken te schrijven vooreen waarde van 20.800, den inventaris
op ƒ641.311 te stellen en ƒ3000 te boeken als reparatiefonds,
waarna 322.38 op de effecten kan worden afgeschreven wegens
koersverschil, en, nadat ƒ307,16 als tantième aan den Directeur
zal zijn uitbetaald, vier aandeelen a ƒ250 kunnen worden uit
geloot en 4 pCt. of 1740 als dividend kan worden uitgekeerd.
De bestuursleden Jhr. Mr. W. A. R Engelen en L. Ypey
namen als zoodanig ontslag, de eerste wegens vertrek uit deze
gemeenteen de tweede wegens drukke werkzaamheden. Ter
voorziening in die beide vacaturen heeft het Bestuur gebruik
gemaakt van de bevoegdheid verleend bij het slot van art. 5
der statuten en voorloopig tot bestuursleden benoemd de Heeren
Jhr. J. J. C. M. van Citters en II. de Mol van Ottcrloo, aan
welke benoemingen U verzocht wordt uwe goedkeuring te willen
verleenen.
Aan de beurt van aftreding zijn de Heeren J. M. Ginjoolen,
II. L. C. Wolterbeek Muller en Mr. B. J D. Zubliin welke
vacaturen wij U verzoeken zoo aanstonds te willen voorzien.
Het Bestuur.