Bijlage 5 1 De financiëelc toestand van het Genootschap mag bevredigend genoemd wordendank zij eenige buitengewone ontvangsten in 1900, heeft de rekening over dat jaar een batig saldo opgeleverd. Aan het onderhoud van het terrein en de plantsoenen werd veel zorg besteedde .gebouwenserres en bloemkweekkassen werden in goeden staat van reparatie gehouden; voor de Dier gaarde werden wederom een aantal geschenken ontvangen in ’t bijzonder zij vermeld een exemplaar van de Orang-oetan, die de bezwaren aan de gevangenschap en het klimaat verbonden blijkbaar heeft overwonnen. De Plantenverzameling leverde, door dezelve dienstbaar te maken voor den handeldoor ver koop van bloemen, bouquetten en planten, een flinke bate voor de kas op. De Zomerconcerten en de wintermatinées werden door de leden druk bezocht; ook de overige concerten en vertooningen die zoowel voor de leden als niet-leden toegankelijk zijn, trokken veelal veel bezoekers. Vermelding verdient de Ethnograiische tentoonstelling van een gezelschap van 80 Ashantee’sdie in de maand Mei hunne woontenten. in den Zoölogischen tuin hadden opgeslagenen wier «•dorp// door 22261 personen waaronder 6100 scholieren werd bezocht. De Nederlandsche Vereeniging «Avicultura» en de Kynologen- Vereeniging «Nederland" hielden in 1900 hunne tentoonstellingen in de groote zalen van het Genootschapmeermalen werden de zalen verhuurd aan Vereenigingen voor het geven van uit voeringen het Rijk en de Gemeente maakten er gebruik van voor het afnemen van examens. liet Ledental bedroeg op 31 December 1900: 2151. ’s-Gravenhage, Februari 1901. NOTA omtrent den toestand van het Koninklijk Zoölogisch Botanisch Genootschap.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1900 | | pagina 538