schol op de Deensche kust, vijftien jaren geleden zeer over vloedig, thans van weinig belang meer is, terwijl de geringe vangst als versche visch wordt verbruikt. In Engeland wordt nog voldoende aangevoerd door de nog steeds in aantal toenemende stoomschepen, die nieuwe visch- gronden opzoeken, die door hen te bevissehen zijn. Vaartsnel- heid en doelmatige inrichting voor ijsverpakking maken aan brengst in verschen toestand mogelijk: de waarde dezer visch is dan meestal te hoog om voor droogvisch te worden gebruikt. Bovendien zijn de Engeischen tegenwoordig voldoende op de hoogte zelf hun visch te drogen. Deze tak van nijverheid wordt ook te Umuiden uitgeoefend; een en ander doet onze drogerijen kwijnen. Als vervplg op de proef in 1899 genomen werd dit jaar in April slechts één logger, van den heer A. den Duik Gz. uit gerust voor de makreelvisseherijdit was het derde proefjaar doch ook nu was het financieel resultaat door geringe vangst weder nadeelig, al werd dan ook geen vischwant verloren zoo- als in 1899. Dit jaar zal deze visscherij niet meer ondernomen worden, daar de vissehers er ook weinig lust voor schijnen te hebben. Het visehwant is door den reeder te Lowestoft verkocht. In de eerste helft van Mei werd de haringteelt geopend door de visscherij voor Stornoway, voortzetting van de proef in het vorige jaar door de Scheveningers genomen. De uitslag van die visscherij was niet schitterend, hoewel het visschen voor Castlebay, dit jaar voor het eerst beproefd iets beter resultaat opleverde. In het laatst van Mei en begin Juni werd door de groote meerder heid een aan vang gemaakt met de haringvisscherij Een groot getal bommen werd weder aan het strand gereed gemaakt, vooral die, welke de schrobnetvisscherij hadden uitgeoefend. Het is niet te ontkennen, dat het belang der vaartuigen mede brengt, dat zij twee a drie weken omhoog staan, teneinde beter getimmerd, schoongemaakt en geteerd te kunnen worden. Te Vlaardingen heeft men gewoonlijk slechts 24 uren disponibel om op de sleephelling te staan. Aan deze visscherij werd deel genomen door 203 bommen en 108 loggers. De haringvangst was middelmatig en vergeleken bij 1899 veel beter, terwijl de prijzen betrekkelijk hoog warennatuurlijk minder dan het vorige jaar, toen de vangst buitengewoon gering is geweest. De uitkomst voor reeders en vissehers is in door snede wel beter geweest en de verschillen in besomming minder groot dan in 1899. Althans kwamen die verschillen bij een veel kleiner aantal reeders voor m. a. w. er waren nu meer gelukkigen dan het vorige jaar, waardoor de gemiddelde be somming, hoewel niet met juistheid op te geven bij benadering kan gesteld worden op f 6300 per bomzijnde 1300 meer dan het vorig jaar.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1900 | | pagina 546