55
8.125.962.59
ft
was
en rekening-
134.762.—
7.728.190.-
81.033.08
238.823.35
ft
903.200.—
6.506.885.50
467.712.74
547.331.30
441.230.99
1.737.301.34
1.818.233.42
10.383.300.—
30.129.800.—
11.462.700.-
Nihil.
Nihil.
Nihil.
Nihil.
Nihil.
Nihil.
10.991.183.—
1.597.482.—
9.258.939.—
4.380.405.—
22.443.525.—
34.552 120.—
Omtrent de Ztiid-Hi>llan<lselie Creilietvereenigiiig kan het vol-
vangend agent de heer A. P. 11. Bodaan en plaatsvervangend
secretaris de heer S. Broekveldt) blijken voor het tijdvak 1
April 1899 tot en met 31 Maart 1900, uit het openbaar ge
maakt verslag van den President der Nederlandsche Bank, dd.
15 Mei 1900 de volgende bijzonderheden:
Gedurende het boekjaar werd gedisconteerd
voor een bedrag van
Het totaal der:
gesloten effectenbeleeningen was
geprolongeerde
afgeloste
gesloten goederenbeleeningen
geprolongeerde n.
afgeloste
gesloten speciebeleeningen
geprolongeerde
afgeloste
Het gemiddeld opereerend kapitaal
samengesteld uit disconteeringen voor
beleeningen
voorschotten
courant.
Het bedrag der in de verwisseling tegen
bankbiljetten uitgegeven specie was
dat der uitgegeven bankbiljetten tegen specie
was
dat der bankbiljetten tegen bankbiljetten was
het totaal der verwisselingen beliep alzoo
t «-«« x a I 7 II 11 Z ftft
gende worden medegedeeld:
Er kwam in het maatschappelijk kapitaal 400.000) geen
verandering.
Het reservefonds bedroeg op uit®. December 1900
dat geheel in soliede fondsen is gelegd en afzon
derlijk door Commissarissen wordt beheerd.
In 1900 werd aan credieten toegestaan voor
een bedrag van
In disconto werd genomen voor een bedrag van
In deposito werd ontvangen voor een bedrag
van
en uitbetaald
Het saldo der depositorekening beedroeg op
uit’. December 1900
In Chequerekening werd ontvangen
en uitbetaald
Het saldo der Chequerekening bedroeg op
uit’. December 1900