35
bij gebleken noodzakelijkheid in het belang van Zondagsrust
van het personeel der Posterijen, niet tot dezen maatregel zou
kunnen worden worden overgegaan.
Zij veroorloofde zich echter de opmerkingdat het dan wen-
schelijk zou zijn de bestelling op Zondag zoodanig te regelen,
dat de eerste bestelling op Maandagmorgen niet in die mate
verzwaard zou wordendat aanzienlijke vertraging daarvan het
gevolg zou kunnen zijn.
De Kamer gaf ten slotte te kennenzoo tot invoering van
slechts een brievenbestelling op Zondag werd beslotenhet op
prijs te zullen stellen omtrent bet uur, waarop die bestelling in
verband met verschillende belangen zou hehooren te w’orden
vastgesteldmet den heer Directeur-Generaal in nader overleg
te treden.
II. Tot denzelfden naar aanleiding van een verzoek om
advies, welke telegraafcode voor deponeeren te Aden ten behoeve
van het telegrafisch verkeer met Zuid-Afrika in aanmerking
zou komen.
De Kamer deelde mede, dat volgens haar door belangheb
benden verstrekte inlichtingen aanbeveling zou verdienen het
deponeeren van de A' en de A. B. C. code.
III. Tot Burgemeester en Wethouders van ’s Graven hage ter
ondersteuning van een adres van de firma Joh. Verschure en
Zoon aan den Gemeenteraad van ’s Gravenhage.
De Kamer drong er op aan adresssanten in de gelegenheid te
stellenzonder te moeten vreezen met den strafrechter in aan
raking te komen, met wagens vlak voor hun perceel te kunnen
rijden.
IV. Tot de Tweede Kamer der Staten-Generaal om hare
instemming te betuigen met de motie, door het lid der Tweede
Kamer, den heer Mr. E. E. van Kaalte in hare vergadering
6 December 1899 voorgesteld, luidende: «De Kamer van oordeel
dat eene betere regeling en meer stelselmatige inrichting van
ons Consulaatwezen noodzakelijk is, gaat over de orde van den
dag».
V. Tot den heer Directeur-Generaal der Post en Telegrafie
ter ondersteuning van een adres der Kamer van Koophandel te
Utrecht betreffende de wenschelijkheid van invoering van een
verlaagd tarief voor briefkaarten in plaatselijk verkeer.
De Kamer herinnerde, hoe het groot belang van een doelmatige
inrichting van het plaatselijk postverkeer, o.a. in verband met
een vervroegde morgenlichting der hulpbrievenbussen meermalen
bij den heer Directeur-Generaal was bepleit, en beval ook dit
adres ten zeerste voor welwillende overweging aan.
VI. Tot den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid
ter ondersteuning van een adres van de Verecniging «Twentsch
Kolensyndicaat-/ tot Z. Ex. gericht betreffende de wenschelijk-