00 heid om door bevordering van de ontginning der steenkolen bedding in de provincie Limburg tegemoet te komen aan de bezwarendie voor de Nederlandsche Industrie voortvloeien uit de stijging der steenkolenprijzen. VIÏ, Tot Burgemeester en Wethouders van ’s Gravenhage ten einde advies uit te brengen over de wenschelijkheid van oprichting eener Kamer van Arbeid in deze gemeente voor het logement- en koftiehuishoudersbedrijf. De Kamer deelde mede, dat zij zich in verbinding had gesteld met het bestuur der Internationale Vereeniging van Hotel-, Café-Restaurant- en Societeitsgeëmployeerden «Nederland» alhier gevestigdterwijl bij de gehouden bespreking mede was vertegenwoordigd de Bondwaarbij de genoemde vereeniging is aangesloten. Daarna had zij nadat een poging tot bespreking njet patroons uit de genoemde vakken geen voldoend resultaat had opgeleverd, aan 24 Hotel- en Café houders een vragenlijst gezonden met verzoek die te beantwoorden. Slechts zeven hadden aan dat verzoek voldaan. Na overweging der verschillende op deze wijze verzamelde gegevens was de Kamer tot de volgende conclusie gekomen 1°. De behoefte aan eene Kamer van Arbeid voor de boven bedoelde bedrijven is voldoende gebleken en de behoorlijke samenstelling daarvan wordt mogelijk geacht. De misstanden door de Vereeniging van Hotel-, Café-, Restaurant- en Societeits- bedienden in hun adres aan den Minister opgesomdmogen, althans gedeeltelijkgeacht worden te bestaan ook van de zijde van verschillende patroons werden zij erkend en het bleek tevens, dat in eenige inrichtingen maatregelen zijn genomen om in deze verbetering aan te brengen Waar nu de krachten der vakvereeni- ging te kort schieten om algeheele opheffing te verkrijgen van die grieven, welke daarvoor in aanmerking komen, komt ons het verzoek tot oprichting eener Kamer van Arbeid alleszins gerechtvaardigd voor; 2°. hoewel de opgesomde misstanden voornamelijk gevon den worden in de cafés, schijnt het wenschelijk bij oprichting eener Kamer van Arbeid daarin op te nemen het Hotel-, Café- en Restaurantwezen en de Sociëteiten. Het komt ons voor, dat tusschen deze bedrijven een zoodanig verband bestaat, dat het ongewenscht zou zijn een of meer daarvan niet te doen ver tegenwoordigen 3°. het gebied der Kamer zou zich behooren uit te strekken over de gemeenten ’s Gravenhage, Loosduineu, Rijswijk en Voor burg, daar de in de drie laatstgenoemde gemeenten gelegen Hotels en Cafés dikwijls hun bedienend personeel uit den Haag be trekken. VIII. Tot de Tweede Kamer der Staten-Generaal met ver-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1900 | | pagina 578