55 zoek het aanhangig Ontwerp van Wet tot wijziging der Drankwet niet aan te nemen en zulks meer in het bijzonder op de gronden, door de Vereeniging van handelaren te Groningen te dezer zake in haar adres aan de Tweede Kamer aangevoerd. IX. Tot den Minister van Financiën naar aanleiding van het adres der Nederlandsche Kamer van Koophandel te Londen, tot Zijne Excellentie gericht inzake het crediteeren van den suiker- accijns voor het bereiden voor ten uitvoer bestemde vruchtengeleien. Na op het belang van den gevraagden maatregel gewezen te hebben voor de ontwikkeling der jamfabrieken, en derhalve indirect voor den vruchtenteeltgaf de Kamergeleerd door de ervaring met het zout benoodigd voor de visscherijals haar meening te kennen, dat het mogelijk zou zijn de crediteering zoo te regelen dat zonder overlast voor den fabrikant de fiscus voor ontduiking zou zijn gewaarborgd. Zij beval daarom bet adres voor eene gunstige beschikking aan. X. Tot den Minister van Waterstaat Handel en Nijverheid om advies uit te brengen over de vraag, of het overleggen van eeu diploma voor de bediening aan stoomtoestellen van zeer een, voudige constructe zou behooren te worden bevorderd. De Kamer beantwoordde die vraag bevestigend en wel op de volgende gronden. De ernstige gevolgenwelke uit onvoldoende bekendheid met de behandeling van aan iemands zorg toevertrouwde stoomtoe stellen kunnen voortvloeiendeden de Kamer gelooven, dat door velen, die met stoom werken, er prijs op zou worden gesteld, indien zij de behandeling hunner stoomtoestellen konden toe vertrouwen aan personen die een bewijs kunnen overleggen, dat zij inderdaad de diensten kunnen presteeren, die men van hen ver wacht. Wat aangaat de vraag, op welke wijze het verwerven zulk een diploma zou kunnen worden bevorderd, kwam het de Kamer voor, dat van regeeringswege gelegenheid tot het afleggen van een examen zou moeten worden gegeven. Om tot dit examen te worden toegelaten zou h. i. moeten worden overgegelegd het bewijs van theoretische kennis omtrent de inrichting en werking van eenvoudige stoomtoestellen en een verklaring, dat de ad- spirant eenige practische ervaring heeft opgedaan in de bediening van zoodanig toestel. Gelegenheid tot het verwerven der noodige theoretische ont wikkeling konden de Ambachtsscholen en dergelijke inrichtingen geven terwijl een verklaring van het hoofd eener fabriek of inrichting, waar stoomtoestellen worden gebruikt, dat de aspi rant gedurende een zekeren nader te bepalen tijd bij de bediening daarvan is behulpzaam geweest, zou kunnen doen blijken van de noodige practische ervaring. XI. Tot den Gemeenteraad van ’s Gravenhage naar aanleiding,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1900 | | pagina 579