03 van den verkoop van cokes bij openbare inschrijving aan de geineentegasfabriek. De Kamer achtte het weuschelijk, dat ook particulieren zouden kunnen profiteeren van de meestal lage prijzenwelke bij die inschrijvingen worden bedongen in vergelijking met die, welke 's winters gelden. Aan dit verlangen zou naar het oordeel der Kamer kunnen worden tegemoet gekomen door, alvorens tot den verkoop bij in schrijving van groote hoeveelheden over te gaan, particulieren in de gelegenheid te stellen kleinere hoeveelheden van denbeschikharen voorraad tegen den geldenden prijs te koopen. Omtrent den tijd van levering dezer kleine kavelingen zou aan de gasfabriek eenige mindere vrijheid moeten worden gelaten dan zulks ten opzichte der groote partijen het geval is en b.v. moeten worden bepaald, dat zij in ieder geval vóór 1 November ter beschikking der af nemers zouden moeten zijn. De Kamer had zich voorts de vraag gesteld, of niet de groote voordeelenwelke de gasfabiek ten deel vallen door de prijs der cokes in verband met de betrekkelijk lage prijzenwelke de fabriekdank zij hare contracten, voor de steenkolen betaalt, ook aan de gasverbruikers behoorde ten goede te komen. Door berekeningen toonde de Kamer aan dat gedurende een geheel jaar de gasprijs met een halven cent perM’ kon worden verlaagd uit het bedrag, dat de cokes in 1900 meer zou op brengen dan in 1899. Waar een eventueele verhooging der productiekosten van het gas, hetzij door hoogere kolenprijzenhetzij door minder waarde der nevenproductendoor verhooging der gasprijzen ten laste zou moeten komen van de gasverbruikerskwam het de Kamer niet meer dan billijk voor, dat de buitengewone voordeelen, welke voor de gasfabriek voortvloeien uit de hooge cokesprijs, ook in de eerste plaats aan dezelfde categorie ingezetenen ten goede kwamen. XII. Tot den Directeur-Generaal der Posterijen en Telegrafie naar aanleiding van den als proef ingevoerden maatregel om Zondags geen drukwerken en niet meer dan eenmaal per week verschijnende bladen te bestellen. Zich aansluitende bij de adressen te dier zake ingediend door den Nederlandschen Bond tot bestrijding van overdreven Zon dagsrust op het gebied van Post- en Telegraafverkeer en de firma T. C. B. Ten Hagen alhier, gaf de Kamer te kennen, dat zij dezen maatregel achtte in strijd met de belangen van handel en nijverheid. De Kamer herinnerde, dat zij gaarne wilde medewerken tot verbetering van de Zondagsrust der ambte naren van Post en Telegrafie, maar waar inderdaad ernstige en op andere wijze niet te ondervangen bezwaren het gevolg waren van den hierbedoelden maatregeldie althans in de groote

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1900 | | pagina 580