Leden van den Leden het bordes Jhr. Mr. V. E. L. de Stuers, Mr. C. J. E. Graaf van Bylandt. Toestand van hel gebouw. Wat het onderhoud betreft bevindt het gebouw in- en uit wendig, zich in voldoenden staat. Verlegging en gedeeltelijke vernieuwing der beide stoepen ter weerszijden van het bordes is noodig. Toestand der verzamelingen en van het archief. De verschillende verzamelingen worden onderhouden, voor Bijlage 54 ’s-Gravenhage, 5 Maart 1901. Ingevolge art. 10 der Verordening van den 28 Juni 1887 (Verzameling n°. 9) heeft de Commissie van beheer over het Gemeentemuseum de eer, üwe Vergadering aan te bieden haar verslag over het jaar 1900. Het aftreden van den Voorzitter dezer Commissie, den Wet houder Jhr. P. O. H. Gevaerts van Simonshaven, bracht wij ziging teweeg in hare samenstelling. Belangstelling in geschiedenis en gevoel voor kunst deden Jhr. Gevaerts van Simonshaven met toewijding optreden voor de belangen van het Museum. Zijne pogingenom de zoo noodige ruimte te verkrijgen ten einde de verschillende belangrijke ver zamelingen beter te kunnen tentoonstellen, hetzij door ver- grooting van het bestaande gebouw of door het stichten van een nieuw Museum, mogen met erkentelijkheid worden herinnerd. Het Voorzitterschap van Jhr Gevaerts van Simonshaven zal bij de Commissie in aangename herinnering blijven. In de plaats van den afgetreden Wethouder, heeft de Wet houder G. de Wijs zich belast met de zaken van het Museum en dientengevolge met het Voorzitterschap der Commissie. De Commissie is derhalve thans samengesteld uit de heeren: Voorzitter: G. de Wijs, Wethouder. Mr. W. J. Snouck Hurgronje, Leden van den W. J. van SandickPenningmeester, Gemeenteraad. Ingezetenen. Secretaris: J. M. Bouscholte, Ambtenaar ter Gemeentesecretarie. Directeur van het Museum is de heer A. .1. Servaas van Rooijen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1900 | | pagina 593