108 bemiddeling van de politie of op haar eigen verzoek, in het Haagsche Doorgangshuis en in het Reddingshuis van het Leger des Heils werd opgenomen, bedroeg respectievelijk 9 en 5. Teruggebracht naar ouders of voogden werden 17 minderjarige meisjes, van wie gebleken was. dat zij zich aan prostitutie overgaven of sterk onder verden king daarvan stonden, terwijl op dien grond 14 vrouwen over de grenzen des Rijks werden gebracht. In het Haagsche Doorgangshuis, Hugo de Grootstraat no. 5, werden, blijkens mededeeling van het Bestuur, 34 meisjes verpleegd en bedroeg het aantal verpleeg- dagen 2300. In het Reddingshuis van het Leger des Heils, Zwar- teweg no. 77, werden 37 meisjes verpleegd en bedroeg het aantal verpleegdagen 4526. Vlll. Toezicht op Levensmiddelen. De gewone keuring van vleesch en visch had plaats. In het personeel der keuring kwam geene verandering. De tijdelijke keurmeesters N. de Jong en J. Overbroek werden weder voor den tijd van één jaar benoemd. Aan de keurmeesters werd vele malen eene belooning voor bijzonderen ijver toegekend. Een der keurmees ters werd, wegens nalatigheid hij het onderzoeken van ter keuring aangeboden vleesch, gedurende vier maan den in zijne betrekking geschorst. In den toestand van het terrein en de gebouwen kwam geene verandering; alleen werd het plaatsje, gelegen vóór het lokaal aan het Zieken, waar vleesch bewaard wordt, dat voor herkeuring in aanmerking kan komen, met het oog op reinheid en veiligheid door een houten hek afgesloten Het afgekeurde vee en vleesch werd weder door middel van den digestor in nuttige handelspi oducten omgezet. Dit jaar bleek het nut van het in stand houden der begraafplaats van afgekeurd vee en vleesch, aan gezien deze tijdelijk weder moest in gebruik genomen worden, ten einde eenige verbeteringen aan den diges tor te kunnen aanbrengen. De onderstaande staten geven een overzicht van den aanvoer van het te bewerken vleesch en van het verloop der bewerkingen:

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1901 | | pagina 110