147 De gewone statistieke opgaven betrekkelijk deze in- Inslellingen tot voorkoming van armoede, door of vanwege de gemeente of particulieren beheerd. Uit het verslag over het 42ste boekjaar van de Ver eeniging tot voortdurende ondersteuning der nagelaten betrekkingen van verongelukte Scheveningsche Visschers'» blijkt, dat het aantal weduwen en weezen, aan wie on derstand wordt verleend thans bedraagt respectievelijk 103 en 72 tegen 105 en 80 in het voorgaande boekjaar. De verhoogde winterbedeeling heeft even als het vorige jaar plaats gehad; bovendien werd aan iedere weduwe een wollen deken verstrekt. De vereeniging ontving ook dit jaar van H. M. de Koningin eene bijdrage van f 100, alsmede belangrijke giften van vijf anderen. Een legaat van f 6000 en een van f 6400, belast met vruchtgebruik, werden nog door de vereeniging ontvangen. In de Toevlucht is plaats voor 56 personen. Gedu rende den nazomer, herfst en winter was de inrichting bijna doorloopend vol, terwijl in het voorjaar en in de zomermaanden het aantal tusschen 35 en 40 was. De mannen, die in de inrichting worden opgenomen, verbinden zich om tegen vergoeding van kost, inwoning enz. alle voorkomende werkzaamheden te verrichten. De kosten der Toevlucht worden ten deele bestreden door den verkoop van door begunstigers geschonken oude meubelen, oud papier, couranten, flesschen, enz., door dienstverrichtingen en uit de opbrengst der in de inrichting vervaardigde meubelen, bosjes hout, eiken kachelblokken enz., terwijl het overige wordt bestreden uit de collecten, welke langs de huizen der ingezetenen worden gehouden. Voor zooveel mogelijk werken de vaklieden, zooals timmerlieden, schilders, smeden, meubelmakers, behan gers enz. in hun eigen beroep. De overigen doen dienst verrichtingen, maken de bekende bosjes kachelhout en eiken blokken, terwijl een klein getal wordt gebruikt voor den huisdienst. In het afgeloopen jaar ontving de Toevlucht vele blijken van sympathie van de ingezetenen dezer gemeente.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1901 | | pagina 149