I
12
I
b. Het College van Burgemeester en Wethouders.
De heeren Dr. J. Th. Mouton en G. de Wijs, die
door hunne periodieke aftreding als lid van den Ge
meenteraad hadden opgehouden Wethouder te zijn,
werden ook als zoodanig herkozen.
Op 1 Januari 1901 bestond het College van Burge
meester en Wethouders uit de heeren
Op 30 Juli legde de heer W. C. de Lathouder
zijn mandaat als lid van den Gemeenteraad neder,
wegens vertrek uit de gemeente.
Op 3 September nam de heer L. J. S. van Kempen
om gezondheidsredenen ontslag en op 5 November
overleed het lid Dr G. P. van Tienhoven. Aan het
einde des jaars was in de beide laatste vacaturen nog
niet voorzien.
1904
1902 i
1902
Mr. J. S. Baron van Harinxma thoe
Slooten, Burgemeester
G. de Wijs
Mr. J. G. S. Bevers
Jhr.Mr.O. J. Repelaer van Molenaarsgraaf 1905
Dr. J. Th. Mouton1905
wordende door den Burgemeester eene jaarwedde ge
noten van8 000
en door eiken Wethouder van. - 3.000
Het toezicht op de verschillende takken der Gemeente
huishouding werd verdeeldals volgt
Algemeene Zaken, Nationale Militie en Schutterij:
de Burgemeester.
Burgerlijke Stand en Bevolkingsregisters: de Wet
houder G. de Wijs.
Onderwijs: de Wethouder Dr. J. Th. Mouton.
Openbare Werken en Eigendommen: de Wethouder
Mr. J. G. S. Bevers.
Financiën en Armwezen: de Wethouder Jhr. Mr. O, J
Repelaer van Molenaarsgraaf.
5-
a
zr
I
Jaar van
aftreding.