r I ’i 150 H o o f d g e w a s s e n. I Oppervlakte in H.A. 908.47 75.04 27.46 1.72 2210 6.20 38236 56.77 Wei- en hooiland (grasland). Moestuinen en warmoezerijen. Bloemisterijen. Boomgaarden. Aardappelen. Boomkweekerijen. Bosschen. Lustgronden. Veestapel. De gezondheidstoestand van den veestapel kon over het algemeen gunstig worden genoemd; besmettelijke ziekten werden niet geconstateerd. '1# door dames, welke onder toezicht van den heer Kott- mann hare botanische opleiding hadden ontvangen. Op den laatsten dag der tentoonstelling werd in den tuin van het Genootschap eene matinee musicale ge geven en op den avond van dienzelfden dag werden, na eene feestrede, uitgesproken door den heer J. W. D. Röell, de prijzen aan de bekroonden uitgereikt. Het ledental ging eenigszins vooruit. De finantieele toestand mag gunstig genoemd worden; van HH. MM. de Koningin en de Koningin-Moeder en van Z K. H. den Groothertog van Saksen werden weder belangrijke bijdragen ontvangen, terwijl een legaat, groot ƒ25, aan de vereeniging werd besproken door wijlen den heer G. J. E. de Voogt. De rekening, in ontvangst aanwijzende 1127.51 sloot met een batig saldo van 565 90. 4°. Het Koninklijk Zoölogisch Botanisch Genootschap. Wij verwijzen naar de nota, opgenomen onder bijlage 31. Wij laten hier volgen eene opgave der beteelde gronden in de gemeente; i

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1901 | | pagina 152