4 VERSLAG KONINKLIJK CONSERVATORIUM VOOR MUZIEK. Staat van het Onderwijs. d. om verschillende redenen Ook nu wederom moesten vele aspiranten wegens plaatsgebrek worden afgewezen, zoodat mag worden geconstateerd, dat het Conservatorium steeds gezocht blijft en bij de ouders een goeden naam heeft en dat de wijze waarop het onderwijs wordt gege ven steeds groote belangstelling en tevredenheid blijft verwekken. Zoo onze Commissie dan ook harerzijds met grooten lof van de toewijding der leeraren mag gewagen, is het haar tevens aangenaam te kunnen vermelden, dat het rapport der deskun digen, die ingevolge het voorschrift tot bijwoning der examina (gehouden van 26 November tot 12 December) waren uitgenoo- digd, bijzonder gunstig luidde. Het waren de heeren C. H. Coster uit Arnhem en A. B. H. Verhey uit Rotterdam, die ditmaal in vereeniging met den Directeur de examencommissie vormden. Bij de openbare uitvoering op 20 December, waaraan eenige oud-leerlingen hunne medewerking verleenden, werd door den Voorzitter in warme bewoordingen het 75-jarig bestaan van het Conservatorium herdacht. In weerwil der verkregen meerdere ruimte ondervindt eene volledige uitbreiding der klassen door beperktheid van geldmid delen nog bezwaar. Op versterking van middelen moet men be dacht zijn. Met dankbaarheid mogen wij gewagen van de voor 1902 toe gezegde verhooging der subsidiën vanwege de provincie en van wege de gemeente ’s-Gravenhage, maar wij mogen ons niet ont veinzen, dat daarmede nog geenszins in de steeds klimmende behoeften wordt voorzien en waar verhooging van het schoolgeld Vijf en dertig leerlingen verlieten tusschentijds het Conservatorium. Een en twintig leerlingen hebben het Conservatorium met eindgetuigschrift verlaten, te weten: de dames C. M. Reynders, A. Dumond, F. M. Wolff en de heer W. F. Kerper voor solozang, de laatste tevens voor piano de dames C. H. van der Eb, L. F. W. den Hollander, B. Hartzfeld, J. J. E. Hamming, A. M. de Witt, M. J. B. van Eek van der Sluys, A. M. A. Veenenbos en A. de Voogd voor piano de dames M. H. Kroese, C. H. J. Hus en de heeren J. L. Deggeler en A. J. Clement voor viool; de heer A. J. de Jager voor violoncel; de heer A. Alt voor orgel; de heeren A. Spiero en S. van Leeuwen voor trombone en pauken en de heer J. Schuyer voor contrabas en trombone. Mej. M. C. Dhont en M. J. de Graag (eindgetuigschrift res pectievelijk voor piano en viool) blijven de lessen op het Con servatorium nog volgen voor solozang.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1901 | | pagina 188