27 De bacteriologische en scheikundige onderzoekingen van het ruwe water en van het gefiltreerde duinwater werden op ge- te vreezen is, zelfs niet op eenige Meters afstand uit den duin voet aan het strand, was de mogelijkheid niet uitgesloten dat in de veel diepere lagen dit gevaar aanwezig zou kunnen zijn. Om dien aangaande zekerheid te erlangen werden op de plaatswaar de draineerinrichtingen zijn gelegen op den kleinsten afstand van de zee (ca. 580 M. uit de strandpalen) verzinkte getrokken ijzeren buizen met open bodem, doch over de ge- heele lengte waterdicht aan elkander verbondenin den bodem gedreven tot eene diepte van respect. 27® en 35 M. 4 DP. en het uit deze diepten opgehaalde water bij herhaling aan scheikundige onderzoekingen onderworpen. Deze monsters bleken uit zuiver duinwater te bestaan, dat ten opzichte van de scheikundige samenstelling zelfs het ge wone duinwater overtreft, doordien daarin minder chloor en zwavelzuur (keukenzout en gips) en minder organische stof wordt aangetroffen. De plaats waar deze buizen in den bodem zijn gedreven is juist gelegen in het gedeelte van de prise d’eau, dat niet alleen het dichtst bij zee is gelegen, maar waarin bovendien gedurende ruim 11 jaren de waterstanden zooals boven vermeld onafgebroken werden gehouden op een peil van 2 ruim 3 M' 4- DP, een zeer laag peil dus, en indien ooit sprake had kunnen zijn van het indringen van zeewater, dan had dit zeker in het pas afgeloopen tijdvak moeten geschieden, terwijl een zoo exeeptioneele toestand als gedurende dit tijdperk nimmer zal terugkeeren. Wanneer namelijk de prise d’eau over eenige jaren geheel voltooid zal zijn, zullen natuurlijk alle draineerinrichtingen voortdurend in werking blijven en dan zal de waterstand ge durende langen tijd blijven schommelen boven en onder Delf- landsch peil, terwijl het eerst over eene lange reeks van jaren te verwachten zal zijn dat op een enkelen warmen Zaterdag van een droogen zomer het peil in de hoofdader zal dalen tot dicht bij den lagen waterstand in het tijdvak van 18901901, waarbij dan de bovenvermelde verticale draineerleidingen goede diensten zullen bewijzen, doch zooals gezegd deze lage waterstanden zullen in verhouding tot den vroegeren toestand in genoemd tijdvak, van betrekkelijk korten duur zijnomdat bij het intreden van het najaar en van den winter altijd een aanzienlijke was van den grondwaterstand valt waar te nemen. Van het indringen van zeewater zal dus bij eene behoorlijke exploitatie nimmer sprake behoeven te zijn, en mocht dit, tegen alle waarschijnlijkheid, ooit geschieden, dan is door de diepboringen in elk geval gelegenheid om dit gevaar te signa- leerenjaren voordat de nood aan den man is. VERSLAG DEB DUINWATERLEIDING.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1901 | | pagina 207