I
VeKSI.AG GBMKKNTEZrEKENHVrS.
12
Bijzondere toelichting eischen bovenstaande cijfers niet. Het
sterftecijfer van diphtherie was in 1901 iets grooter dan in 1900
n.l. 14 pet. tegen 10.9 pet. niettegenstaande de behandeling in
alle opzichten dezelfde bleef. Ik vermoed dat dit moet worden
toegeschreven aan de omstandigheid dat thans meer dan vroeger
seruminspuitingen worden gemaakt door de huismedici en daardoor
meerdere gevallen te huis worden behandeld terwijl de ergere
ziektegevallen naar het ziekenhuis worden gezonden, waarvan
een hooger mortaliteitsprocentage het gevolg is.
De barakken voor besmettelijke ziekten waren bijna voort
durend in gebruik voor de behandeling van diphtherie, roodvonk,
typhus, mazelen en kinkhoest. Het terrein rondom de barakken
is veel rustiger geworden tengevolge van omtimmering van het
huisje dat op dat terrein gelegen is.
en verplegend personeel hadden de volgende
Onder het hulp-
mutaties plaats:
De Hulpgeneesheeren Verschnyl en Ferf vroegen in den loop
van het jaar ontslag en werden vervangen door de heeren Dr.
Darnsté en Couvée. Dr. Damsté is reeds eenige jaren als arts
werkzaam geweest in Ned.-Indië, terwijl Dr. Couvée zijne studiën
had volbracht aan de universiteit te Utrecht. Tegen het eind
van het jaar werd eervol ontslag aangevraagd door Dr. de Zwaan
als heel- en verloskundige, 't geen hem door den Gemeenteraad
onder dankbetuiging voor de vele diensten, die hij in zijne be
trekking gedurende tal van jaren had bewezen, op de meest
eervolle wijze werd verleend.
Onder het hoofdverplegingspersoneel hadden de volgende ver
anderingen plaats:
Van de afdeeling chirurgie (vrouwen) vertrok de hoofd ver
pleegster Beckeringh in wier plaats kwam mej. du Mosch; op
de afdeeling inwendige ziekten (vrouwen) werd als hoofdv.er-
pleegster aangesteld mej. Kip te Utrecht; op de afdeeling
inwendige ziekten (mannen) mej. Meijboom, die hier in het
ziekenhuis het diploma als verpleegster had verworven. De
hoofdverpleegster der kinderafdeeling mej. Charbon werd benoemd
als adjunct-directrice van het laboratorium te Hellendoorn en
in hare plaats aangesteld mej. Ackerman.
In het laatst van October en begin November hadden de
examens plaats door het Haagsche Comité ter opleiding tot
ziekenverpleging in het ziekenhuis, waarna aan de volgende
leerlingverpleegsters het diploma als verpleegster werd nitgereikt
de dames Bonman, Bos, van Eyk van Voorthuysen, Hamer,
van Harreveld, van Heelsbergen, van 't Lindenhout, Masthoff,
de Jager, Meijboom, Kijnders, Swaning, Sardemann, Ubbens,
Schepp, van Veen, Verbeek, Zuyderhoff en Waltmans.
Te betreuren is en blijft het dat de verpleegsters na verkregen
diploma bijna allen zoo spoedig mogelijk het ziekenhuis verlaten
om ter verbetering van hunne geldelijke positie elders geplaatst