(get.) M. Humans van Wadenoijen, Voorzitter. ’s-Gravenhage, 1 December 1901. Bijlage H. Afschrift. Aan den Gemeenteraad van ’s-Gravenhage. (get.) W. de Man, Secretaris. No. 272. Het besluit van Burgemeester en Wethouders van 8 November 1901waarbij geweigerd is vergunning te verleenen tot het oprichten van eene inrichting voor het bewaren en verwerken van lompen in een te bouwen pakhuis op een terrein aan de Elandstraat heeft aanleiding gegeven, dat in de j.l. vergadering van werkende leden der Vereeniging tot Verbetering van den Gezondheidstoestand te ’s Gravenhagebesloten is aan L'wen Kaad met gepasten eerbied te verzoeken 1°. met het oog op Art. 4 1 der Hinderwet eene bepaalde plaats of gedeelte der Gemeente aan te wijzen voor het oprichten van lompenpakhuizenaangezien de werkzaamheden daarin ver richt in niet geringe mate tot luchtverontreiniging aanleiding geven en tot het verspreiden van besmettelijke ziekten kunnen bijdragen, zooals blijkt uit vele daarvan bekende voorbeelden en ten 2°. Om, in verband met II van Art. 4 der Hinderwet, het zoo mogelijk daarheen te leidendat de reeds in deze Ge meente bestaande lompenpakhuizen gaandeweg w’orden verplaatst naar bovenbedoeld door hem aan te wijzen stadsgedeelte. Het toezicht op de naleving van aan de vergunning te ver binden voorwaarden zal door het nemen van deze beide maat regelen zeer worden vereenvoudigd en vooral zullen de nadeelige gevolgen aan de stof verspreiding uit dergelijke inrichtingen ver bonden daarmee voor een goed deel verdwijnen. Namens de Vereeniging tot Verbetering van den Gezondheidstoestand te ’s-Gravenhage,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1901 | | pagina 284