38
40 500
HOOFDSTUK IX.
V enameling der vorige gegevens.
het gas blijken
21.680.297 M3 24.509.599 M3.
2.048.448 -
331.779
Overgebracht.
aan publieke verlichting
aan fabriek en kantoren
en bleef op ultimo December
in de gashouders aanwezig
te zamen
- 24.101.024
zoodat het verlies heelt bedragen408.575 M’.
zijnde 1,67 pCt. van de geheele productie of 2,16 M3. per
strekkenden meter caualisatie.
De laatste twee cijfers hebben in 1900 bedragen 2,14 pCt.
en 2,59 M3. In het afgeloopen jaar is dus het verlies minder
geweest.
Indien de dagelijks verkregen hoeveelheden gas herleid worden
tot een temperatuur van 60° F. en een barometerstand van
760 mM. wordt over 1901 de productie 24.814.763 M3. zijnde
350.364 M3. meer dan door de fabrieksgasmeters werd aan
gegeven.
Naar dit cijfer berekend heeft het gasverlies 758.939 M3. be
dragen, zijnde 3,06 pCt. van de geheele productie of 4,01 M per
M1 canalisatie. In 1900 waren deze cijfers respectievelijk 3,30
pCt. en 4,11 M3.
De aflevering en de netto opbrengst van
nader uit den volgenden staat:
VEBSLAQ DEB GEMEENTEGASFABB1EK.
II
Netto
Afgeleverd.
Hoeveelheden.
opbrengst
'f 1.286.434,785
753.380
ƒ1.430.100,225
24.469099 M3.
100,—
n
n
n
n
r
n
345.976
2.048.448
331.779
408.575
1.41
8,37
1,36
1,67
20.758,56
122.906,88
84,11
3,08
verwarming 20.580.941 M3.
n
i/
publieke verlichting
eigen gebruik
gasverlies
ycS
"x ’S
g 1/
©-* bO
Aan particulieren
voor verlichting en i-
voor industrieele doeleinden
(42.006 M3. is onbetaald gebleven
doch. 6574 M3. van vorige jaren
betaald geworden).
aan gemeentegebouwen
n
n