tl Vebslag Lag kb Owshwus. 5 ij 3. Okdkrwijs en leeblingen. Voor den loop der schoolbevolking wordt verwezen naar de achter dit verslag afgedrukte tabellen C en H. Uit de daar ver melde cijfers blijkt reeds hetgeen mede bevestigd wordt door het hier en daar onmogelijk dit systeem toetepassen. Ook bleek het soms wenschelijk, waar men met een minder goede leerkracht te doen had, eene klasse niet wederom een half jaar aan dien zelfden onderwijzer toe te vertrouwen, en een der hoofden verzekerde zelfs, op grond dat niet allen geschikt zijn de leer lingen eenige jaren achtereen onder hunne leiding te hebben, geheel met dit systematisch opschuivingssysteem te hebben gebroken. De goede verstandhouding tusschen de hoofden en het onder hen geplaatst personeel liet, op eene enkele uitzondering na, nergens te wensehen over. De gewenschte samenwerking en eenheid in de school werd overal verkregen door afzonderlijke besprekingen van het hoofd met den betrokken onderwijzer, ook wel door het hem voor te doen en hem zoodoende te toonen wat van hem verlangd wordt. Schoolvergaderingen werden aan het meerendeel der scholen niet gehouden; sommige hoofden verklaren zich echter voorstanders voor het houden van zoodanige vergaderingen en roepen die bijeen hetzij eens per maand of per twee maanden, hetzij aan het begin van eiken cursus dus tweemaal ’s jaars, hetzij eindelijk wanneer het hoofd of tenminste drie leden van het personeel het wenschelijk oordeelen. Daar waar zij gehouden werden waren deze vergaderingen gewijd aan het bespreken in bijzonderheden van het leerplan, de school orde alsmede andere zaken de school betreffende, en waren de punten ter behandeling gewoonlijk degelijk voorbereid. De onder wijzeressen voor handwerken worden tot deze vergaderingen niet opgeroepen, de onderwijzers voor gymnastiek veelal wel. Wat eerstgenoemden betreft wordt ter verkrijging van eenheid in het onderwijs door het hoofd gewoonlijk de onderwijzeres eerste klasse voor dat vak geraadpleegd. Ook de kweekelingen verrichtten dit jaar hunne taak over het algemeen naar behooren. Af en toe waren de oudsten als onderwijs kracht in functie; het meerendeel hunner toonde daarbij aanleg te bezitten tot het practiseh onderwijs geven. Een bezwaar blijft het dat het volgen der normaallessen voor hen het in de school aanwezig zijn zoo dikwijls ónmogelijk maakt. De leden onzer Commissie Dr. J. G. de Vos en Jhr. Mr. W. Th. Gevers Deynont werden als leden en Dr. C. J. Eggink als plaatsvervangend lid wederom voor 1901 aangewezen tot het zitting nemen met den Arrondissements schoolopziener in de Commissie voor het afnemen der klasseexamens aan de onder wijzers der derde en vierde klasse.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1901 | | pagina 347