1 Veuslag Lages Ondebwijs. lil 9 De opmerkingen gemaakt in de beide vorige jaarverslagen, gelden, wat de hoofdzaken betreft, ook nog thans. Ook in het nu verloopen jaar vond het Comité bij het meeren- deel der Schoolhoofden belangstelling in het leervak nuttige handwerkenen waren de gevallen waarin het te klagen had over gebrek aan medewerking en welwillendheid uitzonderingen. Onder de onderwijzeressen, en wel voornamelijk onder die der eerste klasse, zijn uitstekende leerkrachten, zoowel wat ijver en toewijding, als wat bekwaamheid en geschiktheid betreft. Maar ook onder de jongere, (die der tweede en derde klasse) zijn zeer verdienstelijke aan wie onze lof in niet geringe mate toekomt. dan vroeger verzuimden en ook niet zoo dikwijls verlof kwamen vragen, terwijl de ouders die zich nu eenige opotfering getroost hebben zich ook meer voor het onderwijs en de vorderingen van hunne kinderen interesseeren. Bovendien bleek thans reeds dat vrijstelling van de betaling aan onvermogenden zeer mildelijk wordt verleend. Aanschouwingsonderwijs wordt aan het meerendeel der scholen gegeven; gewoonlijk worden daarbij alle hulpmiddelen gebruikt voorwerpen uit de omgeving der leerlingen en platen; zelden werd dit onderwijs in verband gebracht met handenarbeid. Enkele hoofden zorgden er voordat geregelde schoolwandelingen plaats hadden. In de bij het onderwijs gevolgde methoden kwam over het algemeen geene verandering; voor het teekenen wordt zeer algemeen die van Zwier en Jansma gevolgd, echter ook wel die van Bes of van v. d. Wonde. Voor het zangonderwijs is de Chevé-methode het meest in zwang; aan sommige scholen wordt echter de voorkeur gegeven aan die van Worp of van der Laan. Gymnastiekonderwijs werd aan de scholen der tweede klasse in alle klassen gegevenin de laagste drie of vier gewoonlijk aan jongens en meisjes samen, in de hoogere klassen aan de kinderen van iedere sekse afzonderlijk. Ook het godsdienst onderwijs werd wederom geregeld gegeven; behalve aan de Scheveningsche scholen geschiedt dit in het schoolgebouw; het oordeel der godsdienstleeraren luidde wederom gunstig. Van bestrijding van het drankmisbruik werd geen afzonderlijk leer vak gemaakt wel komt bij het onderwijs in de beginselen van de kennis der natuur, vooral bij de behandeling van het menschelijk lichaamdeze zaak incidenteel ter sprake. Wat het onderwijs in handwerken betreft, geeft de onder letter i achter dit verslag voorkomende tabel aan welke school tijden aan elke school voor dit vak zijn bestemd; voor het overige zij aangaande dit vak verwezen naar het hier volgend verslag van het Damescomité voor Toezicht.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1901 | | pagina 351