Vebsdag Lager Onderwijs. jl 11 'I gebru ik II Bij het Herhalingsonderwijs zal eerlang een nieuwe regeling in ’t leven geroepen worden. Daarom wenscht de sub-commissie, die zich niet het bezoeken dier scholen belastte, zich te ont houden van bet uitspreken van een oordeel over de thans be staande toestanden. Wat het hulppersoneel op deze scholen betreft, verwijst zij naar het hierboven reeds door haar opge merkte naar aanleiding der benoemingenén naar ’t geen in het vorig verslag werd gezegd over de wenschelijkheid van een, naar evenredigheid, grooter aantal hulpkrachten, dan in de gewone lagere scholen. Het comité spreekt voorts nog de wenschelijkheid uit van de invoering van een algemeen leerplandat hoewel in bijzaken afwijkingen toelatende in hoofdzaak ’t zelfde dient te zijn. Vooral zou dit ten doel moeten hebben: het vroeger geleerde toe te passen op de praktijk der huishouding en van het leven. Met het oog hierop zou dan hoofdzakelijk gelet moeten worden op het zoogenaamde verstellen (het herstellen van geweven en gebreide stoffen) en het knippen en naaien van eenvoudige kleedingstukkenterwijl het opnemen van omierricht in der naaimachine zeker aanbeveling zoude verdienen. Ingevolge eene uitnoodiging van B. en W. hebben twee leden van het comité, de dames Beijernians en Booms zich belast met het toezicht op het Kook- en Huishoudonderwijs dat sedert eenigen tijd van Gemeentewege op de Herhalings scholen wordt verstrekt. Het comité waardeert zeer deze poging door bet Dagelijksch Bestuur aangewendom deze scholen meer en meer te doen beantwoorden aan de eischen der praktijk. Reeds vroeger werd door ons gewezen op het zoo natuurlijke verschijnsel, dat naast het onderwijs in de nuttige hand werken -, ook dat in de praktische huishoudkunde en het koken, het bezoeken der Herhalingsscholen door jonge meisjes bevordert, en aan deze scholen voor haar een grootere aan trekkelijkheid geeft. Intusschen is het bezoeken der Herhalings scholen op verre na nog niet algemeen genoeg. Het is hier de plaats niet om de oorzaken daarvan op te sporen. Het Comité acht zich evenwel verplicht, allen, die daartoe in de gelegenheid zijn, aan te sporen, hun invloed te gebruiken, ten einde het bezoeken dezer voor jonge lieden zoo hoogst nuttige inrichtingen te bevorderen. Mocht, bij de aanstaande reorganisatie van het Herhalings onderwijs, worden overgegaan tot het houden der cursussen gedurende het gansche jaar, in plaats van zooals tot heden, - alléén gedurende de wintermaianden, dan zou daardoor voldaan worden aan een wensch reeds vroeger door het Comité uit gesproken.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1901 | | pagina 353