I o I ïl I 17 Verslag Lager Onderwijs a. Openbare Herhalingsscholen. i De hiervóór afgedrukte tabel geeft een overzicht van de bevolking der openbare herhalingsscholenvan de achter dit verslag voorkomende tabellen E en F geeft de eerste nog nader de getalsterkte der leerlingen aan, zoowel aan de openbare als aan de bijzondere herhalingsscholen, terwijl de laatste, tabel F, inzonderheid het personeel aan beide soorten van scholen betreft. De Commissie beschikte nog niet over genoeg volledige en betrouwbare gegevens om aan tabel E een gewenschte uitbreiding te kunnen geven. Zooals uit de tabel hiervóór blijkt, is de cursus 1900—1901, met 276 jongens en 344 meisjes, te zamen 620 leerlingen, aangevangen en werd bij het einde nog door 481 leerlingen gevolgd; 139, ruim 22 pC't. hebben dus tusschentijds de her halingsschool verlaten. De cursus 1901—1902 ving op 1 October 1901 aan met 643 leerlingen: 305 jongens en 338 meisjes. Later werden nog 13 jongens en 8 meisjes opgenomen, zoodat het aantal klom tot 664, welk aantal echter in de eerste maanden weder vermin derde. Van deze 664 leerlingen bezochten er 444 de herhalingsschool voor de eerste maal, 154 voor de tweede, 58 voor de derde en 8 voor de vierde maal. De overeenkomstige cijfers voor den cursus 1900- 1901 zijn: 420, 141, 47, 12. Tegen dat er toen 200 leerlingen nog een tweeden, derden of vierden cursus volg den, klom dit getal voor den loopenden cursus tot 220 of van bijna 32 tot ongeveer 34 pCt. Er zijn nu 360 leerlingen, die de hoogste klasse der dag school of eene daarmede gelijkstaande klasse (men denke aan bijzondere scholen) hebben doorloopentegen 317 in den cursus 1900-1901. Onder de velen, die alzoo de hoogste klasse der dagschool niet hebben doorloopen zijn er, die nog steeds leerlingen der dagschool zijn. De meesten echter komen uit lagere klassen, waaruit zij de school verlaten hebben. Wanneer de leerlingen zich voor het herhalingsonderwijs aan meldenhebben zij dikwijls al in geen maanden, een aantal hunner in geen jaar of langer, geregeld schoolonderwijs geno ten. Vandaar ook dat er na een korten proeftijd nog wegens geheel onvoldoende ontwikkeling moeten afgewezen worden. Aan één school werden van hendie zich aangemeld hadden 32, aan een tweede 12 teruggezonden. De Commissie beschikt niet over de noodige gegevens om hieromtrent een volledig overzicht te geven. Wel heeft zij ervaren, dat bij de toelating en de daarop volgende verdeeling der leerlingen over verschil lende klassen op ongelijksoortige wijze wordt te werk gegaan aan de verschillende scholen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1901 | | pagina 359