Vebslag Lageb Ondebwijs.
20
schijnt. De Commissie acht het hoogst wenschelijk, dat in dit
vak naar meer éénheid en, zoo mogelijk, naar een vast beginsel
worde te werk gegaan en dat het uitsluitend worde opgedragen
aan onderwijzers, die er bijzonder studie van gemaakt hebben.
Het daarin te geven onderricht zal intusschen altijd op het
bezwaar stuitendat niet alleen de vorderingen der leer
lingen zoo uiteenloopend zijn, maar ook dat de methoden,
volgens welke zij zijn opgeleid, meestal belangrijk verschil
opleveren.
Bij het onderwijs in handwerken is aan enkele scholen het in
orde brengen van medegenomen verstelwerk en het maken van
nieuwe kleedingstukken hoofdzaak, terwijl andere meer bepaald
onderricht in verschillende handwerken verstrekt wordt. Ook
kiest men wel in dezen den middenweg.
Het kookonderwijs wordt thans aan alle scholen van het type A
ook aan die te Scheveningen, gegeven, doch slechts gedurende
één avond per week, zoodat alleen de beide hoogste meisjes
klassen van deze lessen, die zeer op prijs gesteld worden,
konden profiteeren. Aan een school kon gedurende dezen loopenden
cursus slechts aan één klasse kookles gegeven worden, hetgeen
ten gevolge had, dat verscheidene meisjes wegbleven, toen er
voor haar geen gelegenheid bleek te zijn, aan die lessen deel
te nemen. De zoogenaamde „huishoudkunde" bepaalde zich tot
huishoudelijk rekenen en het maken van aanteekeningen in
verband met de kooklessen.
De Commissie heeft een voorloopig onderzoek ingesteld naar
de bestemming van de leerlingen der herhalingsscholen en het
is haar daarbij gebleken, dat, hoewel het aantal aanstaande
ambachtslieden de groote meerderheid vormt, toch op de tegen
woordig met A aangeduide scholen genoeg mannelijke en vrouwe
lijke leerlingen aanwezig zijn, wier toekomstig beroep van
teekenaar, handelsreiziger, boekdrukker, letterzetter, huisknecht,
kantoorbediende, winkeljuffrouw, een leerplan, als op de school
B gevolgd, wenschelijker maakt. Deze ondervinding versterkt
de Commissie in hare overtuiging, dat de oprichting van nog
een school B, in verband met splitsing der leerlingen naar hunne
voorloopige bestemming, nuttig zijn zal. Opvallend is het gering
aantal neringdoenden op de herhalingsscholen. Dit kan ver
anderen, zoodra bij de nieuwe regeling de voorbereidende handels-
vakken meer tot hun recht komen
De veranderingen in het onderwijzend personeel bestonden in
het volgende: Aan de school Duinstraat werd het getal onder
wijzers met één vermeerderd en benoemd de heer J. T. Gouds
waard. In plaats van de vorige onderwijzeres in handwerken
werd aan dezelfde school Mej. E. Claus aangesteld. Aan de
school Lombardstraat werd de in Dec 1900 overleden onder
wijzer Mink eerst door den heer Bogslra vervangen, in wiens
plaats definitief de heer Benkelman kwam (door ziekte van