1
I
Verslag Lager Onderwijs.
23
III. Bijzonder Onderwijs.
voor de Herhalingsscholen
J. Engelbbegt
W. R. de Gbeve,
C. G. Kaakebeen.
Gedreven door den wensch omtrent het bijzonder onderwijs
vollediger mededeelingen in haar jaarverslag op te nemen dan
tot dusverre bet geval was, besloot onze Commissie, teneinde
over de daarvoor noodige gegevens te kunnen beschikken, tot
de hoofden der bijzondere scholen het verzoek te richten een
verslag te willen overleggen omtrent het onderwijs aan hunne
school gedurende het afgeloopen jaar, waarbij tot grondslag
zoude worden genomen hetzelfde stel vragen als aan de hoofden
van openbare scholen ter beantwoording pleegt te worden voor
gelegd voor zooverre natuurlijk dit van toepassing kan worden
geacht op de inrichtingen voor bijzonder onderwijs.
In antwoord op de gezonden vragen werd slechts door 21
van de 60 hoofden van bijzondere scholen een verslag overge
legd waarvan meerderen nog zich bepaalden tot eenige vrij
summiere mededeelingen. De drukke administratieve bezigheden
in verband met de leerplichtwet en, voor zooveel de gesubsi-
diëerde scholen betreft, bovendien de tallooze inlichtingen en
tabellen ter bekoming van subsidie maakten het voor vele hoof
den uiterst bezwaarlijk juist in de maanden December en Januari
een eenigszins uitvoerig verslag omtrent den toestand van hunne
school samen te stellen.
Tot mededeelingen en beschouwingen, op het bijzonder on
derwijs in deze gemeente in het algemeen van toepassing, kan
bij dezen stand van zaken thans nog niet worden overgegaan.
Uit de ontvangen verslagen valt echter het volgende te relateeren.
De gezondheidstoestand van het personeel liet, over het alge
meen genomen, niets te wenschen over. Slechts voor enkele
scholen, zooals die van het Departement ’s-Gravenhage der
zondere herhalingsscholen aan bepaalde verzorgingsgestichten
verbonden en uitsluitend voor kinderen uit deze gestichten toe
gankelijk. Tengevolge van het geringe aantal leerlingen is het
onderwijs dikwijls meer hoofdelijk. Er werd, bijzonder door de
hoofden der jongensafdeelingen aan de scholen der Hervormde
Diaconie en van het R-K. Armbestuur, geklaagd over gebrek
aan medewerking van de zijde der werkgevers. Voor het overige
wordt de belangstelling der leerlingen, met name vrouwelijke,
geroemd. De algemeene opmerkingen aangaande de tegenwoor
dige uitkomsten van het herhalingsonderwijs zijn ook op deze
scholen toepasselijk.
De Sub Conimissie