37 dom als anderszins, die zij zouden gelden op het kadastrale perceel Sectie L, no. uitmakende een gedeelte van de Hoef kade; door B. Bu ij te la ar eene oppervlakte grond, groot Maatschappij van Onroerende Goe deren» de grond en het water, bestemd voor den aanleg der straten, alsmede de grond, vrijgevallen door de afschuining der hoeken op een terrein ten noord oosten van de Laan van Nieuw-Oost-Indiê tusschen de verlengde Juliana-van-Stolberglaan en de Theresia- straat, Sectie R, no. 5344, groot 67 aren, 12 centiaren en no. 4895,’groot 25 centiaren; door A. N. J. M. Baron van Brien en van de Groote Lindt en door het Rooinsch-Katholiek Parochiaal Armbestuur alle rechten van eigen- i kunnen doen 2876, 9 centiaren, gelegen op den hoek van de Paul-Kruger- laan en de Pretoriusslraat, Sectie A. B, no. 446; door C. Har te veld eene oppervlakte grond, uit makende een gedeelte van de Ankerstraat, Sectie A. F, ns. 675 en 697, te zamen groot 21 centiaren; en voorts ten behoeve van het door-en voor rekening van de gemeente doen aanleggen van trottoirs: I. alle rechten van eigendom als anderszins: door J. J. Gimberg op den grond, waarin ligt de verdiepte ingang naar het sousterrain van het perceel Assendelftst raat no. 12, Sectie L, no. 457; door J. A. van ’t Hooft, op den grond vóór het perceel Laan no. 28, Sectie L, no. 613; door W. J. van Trigt op den grond vóór het per ceel Zuilingstraat no. 25, Sectie C, no. 3009; door C. C. Vos Jr. op den grond vóór het perceel Pielerstraat no. 4 Sectie C, no. 601 door J. E. G ie zen op den grond vóór het perceel Pieterstraat ns. 8/8a, Sectie C, no. 599; door G. G. Bouwhuis op den grond vóór het per ceel Wagenstraat ns. 184/184a, Sectie H, no. 999; r

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1901 | | pagina 39