16 (4e Afd.) VERSLAG V. D. COM. TOT WERING VAN SCHOOLVERZ. Op aanschrijving der arrondissements-schoolopzieners werden door de commissie opgeroepen 135 personen, waaronder één voor absoluut schoolverzuim, waarvan er 81 zijn verschenen en 54 niet opgekomen. De eersten ontvingen van den Voorzitter de mondelinge waarschuwing, terwijl den laatsten die schriftelijk werd toegezonden. Het aantal der opgeroepenen zou respectievelijk 153 moeten zijn, daar, aangezien de 4e Donderdag in de maand December op 2den Kerstdag viel en het lokaal der Hoogere Burgerschool wegens de vacantie en schoonmaak op geen anderen avond be schikbaar was, een 18tal tot de eerste vergadering in Januari 1902 moest blijven liggen. Uit vorenstaande cijfers blijkt, dat de werkkring dezer afdee- ling, die zich over het volkrijkste deel der gemeente, met de meeste scholen uitstrekt, en daardoor verreweg het grootst aan tal gevallen te behandelen heeft gehad, eene zeer veel omvat tende was, waartoe meer dan 500 verschillende brieven zijn moeten worden verzonden. Wel is waar zou het voldoende zijn geweest, de opgeroepenen af te wachten en hun eenvoudig de bij de wet voorgeschreven waarschuwing te doen, maar de commissie meende hiermede niet te mogen volstaan. Zij achtte zich verplicht zich van den omvang van het ver zuim en van alle omstandigheden die daarop van invloed konden zijn, op de hoogte te stellen, alvorens de opgeroepenen voor haar verschenen. Kostte het inwinnen dezer inlichtingen, waartoe zij zich vooral wendde tot de hoofden der scholen, soms tot de gezinnen zelf, een enkele maal zelfs tot de politie, haar veel tijd en arbeid, aan de andere zijde had zij daardoor de voldoening, geheel voorbereid te zijn wanneer de opgeroepenen voor haar ver schenen, en dikwijls is zij daardoor in staat geweest onwaar heden en valsche verontschuldigingen op goede gronden te be strijden en de juiste middelen ter verbetering aan de hand te doen. De commissie heeft dan ook heel wat toestanden leeren ken nen en bemerkt, dat het strafbaar schoolverzuim in ’s-Gravenhage grooter was, dan aanvankelijk werd gedacht. Door de voor de commissie verschenen personen werden de volgende redenen voor het schoolverzuim opgegeven: spijbelen: aanhoudend te laat komen, waardoor de kinderen niet meer in de school werden toegelatenziekte der kinderen zelf, waarvan niet behoorlijk kennis was gegeven, of van de ouders; gebrek aan schoeisel en kleeding; het zonder medeweten van den vader door de moeder thuishouden der kinderen; het thuishouden, vooral van meisjes van 1012jaren om op de kleinen te pas-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1901 | | pagina 493