“1
19
MIDDELBAAR ONDERWIJS.
De Commissie van Toezicht op de
Openbare en Bijzondere Scholen van Middelbaar
Onderwijs te ’s Gravenhage,
P. R. Feith, Voorzitter.
J. H. Andbiks, Secretaris.
te brengen met de voortdurend toenemende eischen, welke het
leven in eene groote gemeente als ’s-Gravenhage stelt, en om
de periodieke verhooging der jaarwedden doeltreffender te rege
len dan in de bestaande verordening geschiedt.
Tengevolge van eenige benoemingen van leeraren in de laatste
jaren door den Gemeenteraad, waarbij van de aanbeveling der
Commissie werd afgeweken, was bij de Commissie het denkbeeld
gerezen, dat ten aanzien van de aanspraken van tijdelijke leer
aren op eene benoeming tot vast leeraar tusschen de Commissie
en den Gemeenteraad een principieel verschil van gevoelen
bestond, dan wel dat de Gemeenteraad het vertrouwen in de
nauwgezetheid, waarmede door de Commissie hare aanbevelingen
worden opgemaakt, had verloren. De leden der Commissie vonden
hierin aanleiding aan den Gemeenteraad collectief hun ontslag aan
te bieden. Nadat echter in den Gemeenteraad met zeer groote
meerderheid eene motie was aangenomen, te .kennen gevende
dat er naar het oordeel van den Raad noch principieel verschil
van meening bestond, noch gebrek aan vertrouwen in de nauw
gezetheid, waarmede de Commissie haar taak vervult, en ten
doel hebbende de Commissie te bewegen op haar voorgenomen
aftreden terug te komen, werd door de leden hun verzoek om
ontslag ingetrokken.
De Commissie mocht ook weder gedurende het afgeloopen
jaar den heer Wethouder van Onderwijs geregeld in bare ver
gaderingen aanwezig zien, hetgeen door haar op hoogen prijs
wordt gesteld.