2 VEliSLAG GYMNASIUM. Burgemeester en Wethouders medegedeeld nader advies van den rector, maakten wij daarop ernstig bezwaar tegen eene regeling van de schooltijden aan het Gymnasium, waarbij de vrije Zater dagmiddag zou vervallen. Overigens kwamen de redenendie de voormelde Commissie van Toezicht aanvoerde voor het voort zetten van de aangevangen proef met drie vrije middagen per week ons geenszins gewichtig genoeg voor, om terug te komen op ons te dien opzichte vroeger, met betrekking tot het Gym nasium, te kennen gegeven gevoelen. Met referte ook in dit opzicht aan het nader prae-advies van den rector en ons overi gens gedragende naar onze adviezen d.d. 8 Juli 1899 en 15 Mei 1900, hadden wij mitsdien de eer aan Burgemeester en Wet houders mede te deelen, dat deelneming aan de proef door het Gymnasium ons niet raadzaam voorkwam. 28 Januari Bij brief van - deelden Burgemeester en Wethou ders ons mede, dat de Commissie van bijstand in het beheer van het gemeenteonderwijs in overweging had gegeven aan de directeuren en de directrice der hoogere burgerscholen op te dragen in het vervolg, telkens na afloop van elk schooljaar, aan Burgemeester en Wethouders een rapport uit te brengen omtrent de geschiktheid der gedurende het afgeloopen school jaar aan de school w'erkzame tijdelijke leeraren in dier voege, dat uit de beoordeeling duidelijk zou blijken of, en zoo ja, welke bezwaren zouden bestaan tegen eene eventueele benoeming tot vasten leeraar, en die rapporten door de betrokken leeraren voor geziente laten medeonderteekenenwanneer daarin iets zou voorkomen wat den leeraren in hunne volgende carrière zou kunnen benadeelen. Ons werd tevens verzocht te willen mededeelen of, wanneer tot dien maatregel werd overgegaan, hetgeen aanbeveling zou verdienen hem ook toe te passen op de tijdelijke leeraren aan het gymnasium. Bij onze overweging van den aangegeven maatregelin overleg met den rector, verkeerden wij eenigszins in het onzekere over het doeldat men zich daarvan ten opzichte van het gymnasium voor oogen had gesteld. Het is mogelijk, dat met het vragen van voormelde rappor ten, zou worden bedoeld, dat Burgemeester en Wethouders of de Gemeenteraad, beter dan zooals thans, zouden worden in staat gesteld de geschiktheid van tijdelijke leeraren te beoor- deelen. De bespreking van de geschiktheid van alle leeraren voor hunne taak geschiedt echter in ons College ook met den rector telkens naar aanleiding van de rapporten van de maandelijks afwisselende commissarissen, met het dagelijksch toezicht over het gymnasium belast, en daarvan wordt geregeld aanteekening gehouden. Ook zonder dat nu uit de daardoor verkregen gegevens jaarlijks rapporten worden samengesteld

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1901 | | pagina 533