4 VERSLAG GYMNASIUM. meuten betreffende het gymnasium volgt hierachter als bijlage I. 3. Gebouw. Tot ons leedwezen is, voor zoover ons bekend, het vraagstuk betreffende de stichting van een nieuw gymnasiumgebouw in dit jaar geen stap nader tot zijne oplossing gekomen. Zooals in ons vorig verslag vermeld werd, verzochten wij op 17 December 1900 aan Burgemeester en Wethouders, nadat zij ons gevoelen gevraagd hadden, ten aanzien van de stichting van een nieuw gebouw op den hoek van de Elandstraat en de Waldeck-Pyrmont- kade, een voorloopig plan voor dien bouw te doen ontwerpen, in overleg met den rector, en ons dat ter beoordeeling toe te zenden en zulks ten einde te kunnen beoordeelen of te dier plaatse een gebouw zou kunnen gesticht worden zoo uitnemend ingericht, dat de daardoor verkregen voordeelen overwegend moesten geacht worden tegenover de nadeelen aan de ligging verbonden. Bij brief dd. 13/17 Juni 1901 berichtten Burgemeester en Wethouders ons daarop, dat de mogelijkheid bestond, dat in de toekomst wellicht eene meer geschikte plaats en wel nagenoeg in het centrum der gemeente zou kunnen worden aangewezen en voegde het College daaraan toe, dat het vermeende wel te doen met vooralsnog geen gevolg te geven aan ons verzoek ge daan bij brief van 20 April 1900, om den directeur der gemeen tewerken op te dragen een project te ontwerpen voor een nieuw gebouw ter plaatse van het bestaande aan het Westeinde. Deze brief bevatte klaarblijkelijk eene vergissing, want, sedert Burgemeester en Wethouders ons bij brief van 19/22 October 1900 hadden te kennen gegeven, dat op ons denkbeeld om op de tegenwoordige plaats een nieuw gymnasium te stichten, niet verder behoorde te worden ingegaanwas van een desbetreffend project niet langer sprake geweest, doch was het terrein aan de Waldeck-Pyrmoutkade in beschouwing ge komen. Bij brief van 17 September 1901 wezen wij op die vergissing en gaven wij te kennen, dat wij het zouden betreuren indieu inderdaad geen gevolg werd gegeven aan ons verzoek, tot het ontwerpen van een voorloopig plan voor den bouw van een gymnasium op laatstbedoeld terrein en meenden wij ons te moeten veroorloven beleefdelijk te verzoeken alsnog het opmaken van zulk een plan te bevorderen. Aan eene herhaling van den grond vroeger voor dat verzoek aangevoerd, voegden wij toe: Bovendien zou bij een deskundig onderzoek misschien blijken dat het terrein aan de Waldeck-Pyrmontkade ongeschikt iszelfs voor een aan niet strenge eischen voldoend gebouw en dan zou reeds gewonnen zijn, dat, bij het vraagstuk betreffende de stieh-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1901 | | pagina 535