b Bijlage 24 ’s-ünAVEN'HAGE, 12 Maart 1902. 1 - Ter voldoening aan het voorschrift, vervat in art. 26 der Verordening van 13 October 1880 (Verz. n°. 506), heeft het Burgerlijk Armbestuur de eer den Gemeenteraad het navolgende verslag aan te bieden, betreffende zijne verrichtingen in het afgeloopen dienstjaar 1901. In de samenstelling der commissie had geen verandering plaats, daar zij in de Raadsvergadering van 3 September 1900 de eer had te worden herbenoemd, terwijl de heer Wethouder G. de Wijs, zich op uitnoodiging van den heer Burgemeester met het voorzitterschap bleef belasten. In het personeel der ambtenaren hadden geen mutatiën plaats. Wat den algemeenen toestand van het armwezen der Gemeente over 1901 betreft, mag deze niet ongunstig genoemd worden. Uit de hieronder volgende opgaven kan dan ook blijken, dat het totaalcijfer der bedeelden in verhouding tot dat van het vorige jaar w’eder minder is geweest, terwijl de gezamenlijke kosten van onderhoud in het algemeen lager zijn, tengevolge van het vertrek van verscheidene gezinnen naar elders, waar zij werk bekwamen. Tot de gewone vermelding van eenige bijzonderheden over gaande, vestigt het Burgerlijk Armbestuur de aandacht op het navolgende Bij de eerste uitdeeling in Januari 1901 wees de lijst der i i

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1901 | | pagina 559