5 VERSLAG DER GEMEENTEBANK VAN LEENTNG. INTREST ADMINISTRATIELOON VERVALLEN OVERSCHOTTEN Het hoogste saldo (43098) werd dit jaar bereikt 28 Maart; terwijl de sterkste daling (38986) werd waargenomen 31 Augustus. In 1900 steeg het pandencijfer (42637) het hoogst op 20 De cember en was dit het laagst gedaald (38634) op 1 Januari. Aan geheven bij de beleeningen in de Hulpkantoren werd dit jaar 210.97 minder ontvangen dan ten vorigen jare; het natuurlijk gevolg van het verminderd aantal beleeningen. Het bedrag der aan de Bank van verkochte panden was dit jaar 33.31 hooger dan in 1900. Onverklaarbaar blijft het steeds, dat niettegenstaande achter op elk pandbriefje staat uitgedrukt, dat het overschot gedurende 20 maanden nA den verkoop ter beschikking ligt en bovendien door middel van eenc aankondiging in zes verschillende dag- en advertentiebladen steeds 8 dagen vooraf aan eiken vervaldag wordt herinnerd, ook nu weer door achteloosheid eene som van f 1117.49^ aan de Bank is ten goede gekomen. Dat zij, die op de beleenbriefjes dezer Bank voorschot geven, hierbij op hun tellen passen, behoeft geen betoog. Voor zoo verre dit kon worden nagegaan, want niet alle houders van verkoophuizen zijn den ambtenaren bekend werden in den loop van dit jaar door hen 366 briefjes, waarop 2723.30 als beleensom stond vermeld, ter lossing en 148 ad 831.40 tot het innen van overschot aangeboden. Wanneer men nagaat dat die 514 briefjes slechts vertegen woordigen het getal dat door de pandgevers bij de houders dier huizen in den steek is gelaten, kan men beoordeelen welk een omvang het beleenen van briefjes heeft verkregen. Op de briefjes voor overschot ƒ349.01 uitbetaald zijnde, kan men berekenen welke ongehoorde winsten worden gemaakt bij een voorschot van gemiddeld slechts 10 pet. der beleensom. De teruggang der beleeningen en het hooger bedrag van het voorgeschoten kapitaal der afgeloste panden, als ook de ver meerdering van de verkochte panden, hadden ten gevolge dat de rekening der bij de Gemeente van de afgeloste panden werd dit jaar ontvangen f 19238.27 en van de verkochte panden 1693.96 tegen 18Ö23.66| en 1550.79 in het vorige jaar; alzoo eene vermeerdering in de gezamenlijke ontvangst van f 1357 77|. Aan

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1901 | | pagina 586