7 VERSLAG DER KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. steeds in aantal toenemende stoomtrawlers, welke nieuwe vischgronden opzoeken, die door hen te bevisschen zijn. Vaart- snelheid en doelmatige inrichting voor ijsverpakking maken aanbrengst in verschen toestand mogelijk; de waarde dezer visch is dan meestal te hoog om voor droogvisch te worden gebruikt. Bovendien zijn de Engelschen tegenwoordig voldoende op de hoogte zelf hun visch te drogen. Deze tak van nijver heid wordt ook te IJmuiden uitgeoefend; een en ander doet onze drogerijen kwijnen. De makreelvisscherij werd niet meer uitgeoefend. De proef in 4 899 en 1900 genomen gaf geen finantieel resultaat, heeft zelfs den ondernemers veel geld gekost. In het laatst van Mei en begin Juni werd de haringteelt geopend voor Stornoway en Castlebay, begin Mei werd slechts door een paar schepen gevischt, tengevolge van het teleur stellend resultaat in de beide voorgaande jaren De visscherij werd iets noordelijker dan Shetland aangevangen op 61 gra den en enkele minuten ter hoogte van Boltersound, waar veel haring werd gevangen en van goede kwaliteitniet alleen de volle maar ook de maatjes waren van bizondere grootte, zoo- dat het meeréndeel superior was en weinig prima bevatte. Een groot aantal bommen werd weder aan het strand gereed gemaakt, vooral die welke aan de schrobnetvisscherij hadden deelgenomen. Toch werden er ook van uit Vlaardingen naar hier gebracht met het oog op vertimmering, schoonmaken en teren, waarvoor aan het strand, tegen den duinvoet op gehaald zijnde, veel beter gelegenheid is dan ginds, waar men hoogstens 24 uren gebruik kan maken van de sleephelhng. Aan deze visscherij werd deel genomen door 197 bommen en 125 loggers. De haringvangst was zeer ruim en vergeleken bij 1900 veel beter en hoewel als natuurlijk gevolg de prijzen minder hoog waren, mag de uitkomst voor reeders en visschers bevredigend genoemd worden, al is de gemiddelde besomming iets lager. Zij kan dit jaar gesteld worden op /5850.per bom tegen ƒ6300.— in 1900. Wat nu betreft de vangplaatsen der haring, is reeds hier- voren aangestipt, dat men dit jaar zeer noordelijk heeft gevischt met gunstig resultaat. Evenals vorige jaren was de visscherij tusschen 58° en 56° N.B. voor onze visschers niet rijk. Meer leverde de visscherij bij Spurnhead en Outerdowsing op. De Engelsche kust-visscherij, in den beginne niet breed, be vredigde in het laatst van November nog menigen visscher.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1901 | | pagina 611