-
21
VERSLAG «EU KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN.
14.387,58
Op aandeelen gestort
Reservefonds
Spaarinlagen
Voorschottenrekening
Renterekening
STAND OP
1 Januari 31 December
1901.
f 95.651,27 92.985,46|
- 29.879,06
303.739,45
29.377,78
322.465,40}
Het getal leden bedroeg op:
1 Januari 722 ad /100 en 281 ad ƒ200.
31 December 764 100 276 200.
Er werden 1054 voorschotten aangevraagd tegen 1158 in 1900.
waarvau 225 n afgewezen 236 n
zoodat 829 werden verleend 922
De rente der voorschotten bedroeg 7 pCt.voor vervroegde
terugbetaling werd 6 pCt. vergoed.
De rente der spaargelden was 3 pCt. ingaande daags na den
inbreng.
In den loop van het jaar behoefde wederom geen gebruik te
worden gemaakt van het geheele crediet, waartoe het Bestuur
gerechtigd was; dit crediet werd door de algemeene vergadering
bepaald op driemaal het op de aandeelen gestorte bedrag met
inbegrip der reserve.
Nadat de uitstaande vorderingen voor zooveel noodig tot lager
dan het nominaal bedrag in de balans werden opgenomen en
aan de leden 5.20 pCt. dividend uitgekeerd, kon aan de voor-
schotnemers 0.10 pCt. der betaalde rente teruggegeven worden,
zoodat de rente der voorschotten feitelijk daalde tot 6.30 pCt.
’s jaars.
Aangaande de ’s-Gravenhaagsche Hypotheekbank voor Nederland
werd de Kamer medegedeeld, dat in 1901 werden afgesloten 216
leeningen tot een totaal bedrag van ƒ1.929,950.
Daardoor was het totaal bedrag der hypothecaire vorderingen
op 31 December 1901 gestegen tot f 12.795.573,70.
Daarentegen zijn pandbrieven in circulatie gebracht tot een
bedrag van f 12.294,150 en het bedrag aan pandbrieven bleet
dus ruim 5 ton beneden hetgeen opgemaakt had mogen worden.
De reserves bedragen thans ruim ƒ109,000,
De resultaten van het boekjaar 1901 der Maatschappij voor
Hypothecair crediet in Nederland zijn zeer gunstig te noemen.
Verliezen werden niet geleden. Enkele debiteuren konden niet
aan hunne verplichtingen voldoen hetgeen drie executies tenge
volge had.
448.686.93} 419.942,87
- 43.565,44