43 VERSLAG EER KAMER VaN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. Ten slotte het derde argument, dat een maatschappij goed- kooper kan exploiteeren dan een Gemeente. Onder anderen wordt deze opvatting hiermede gestaafd, dat de Gemeente zich niet op zulke voordeelige voorwaarden van personeel en materieel kan voorzien als een particuliere maatschappij. Wat het mate rieel betreft, komt ons deze stelling onjuist voor. Voorzeker is de positie der Nederlandsche Bell-Telefoonmaatschappij in dit opzicht gunstiger dan die van een particulier, welke kleine hoeveelheden lijnmaterieel of toestellen wenscht te koopen. Waar een Gemeente, en in het bizonder eene groote Gemeente, een geheel nieuw telefoonnet gaat bouwen, zal zij bij dezelfde fa brieken, waar ook de Nederlandsche Bell-Telefoonmaatschappij haar materieel koopt, voor dezelfde prijzen terecht kunnen. Dat het personeel de Gemeente in het algemeen hoogere eischen zou stellen, kan evenmin worden toegegeven. Wel zal bijv, de be zoldiging der telefonisten door de Gemeente volgens een hooger tarief behooren te geschieden dan bij de Nederlandsche Bell- Telefoonmaatschappij het geval is, maar ook in de nieuwe con cessie zou hieromtrent o. i. een minimum behooren te worden vastgesteld, gelijk aan wat door de' Gemeente casu quo zou worden betaald. Wat het hoogere personeel betreft, zal de Ge meente, door de grootere stabiliteit hunner positie, den ambte naren eer minder dan meer hebben te betalen. Ook al ware intusschen de exploitatie in enkele opzichten van de Gemeente iets duurder dan voor een particuliere Maatschappij, dan weegt hiertegen op 1°. dat de Gemeente tegen lager rente geld kan krijgen, en 2°. dat zij geen winst behoeft te behalen maar tevreden kan zijn, indien de kosten van exploitatie, van afschrijving enz. zij het op eenigszins ruimen voet door de inkomsten worden gedekt. Het komt ons dan ook voor, dat de abonnementsprijs bij Ge- meenteexploitatie niet of nauwlijks hooger zal behoeven te zijn dan anders. En zeer zeker niet, indien men den prijs uniform stelt op het bedrag, dat aan de Nederlandsche Bell-Telefoon- maatsehappij moet worden betaald met inbegrip der f 10.voor intercommunaal verkeer. Ons komt die regeling bovendien billijk voor. Het ontgaat ons daarbij niet, dat het intercommunale verkeer behalve de kosten van aansluiting aan het Rijksnet aan het locale Centraal Station een zekere vermeerdering van arbeid veroorzaakt maar o. i. zou eene afzonderlijke heffing daarvoor eerst dan te rechtvaardigen zijn, indien zij werd geheven zoowel van hen, die intercommunale gesprekken wenschen aantevragen als van hen, die van andere plaatsen uit worden opgeroepen. Er is geen reden, waarom hij die dagelijks een telefonische mededeeling ontvangt uit Amsterdam vrij is gesteld van de betaling der extra bijdrage van 10.—, die hij die dagelijks zijn berichten daarheen verzendt, wel moet betalen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1901 | | pagina 644