I I 44 VEBSLAG DEH KAMEB VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. V Op grond van het bovenstaande houden wij ons overtuigd, dat de gemeente op ongeveer dezelfde voorwaarden als de Nederlandsche Bell-Telefoonmaatschappij het telefoonbedrijf zou kunnen exploiteeren. Of' de gemeente zelf deze zaak heeft ter hand te nemen, dan wel of zij daarvoor een concessie behoort te verleenen, is in die omstandigheden eigenlijk geen vraag meer. Hetgeen hier en elders op het gebied van concessiën is doorstaan, is, dunkt ons, wel voldoende om niet dan in de uiterste nood zakelijkheid deze wijze van exploitatie voor een verkeersmiddel van zoo ingrijpend en nog steeds toenemend belang te ver kiezen. Wil de gemeente waarlijk meesteres op eigen terrein blijven, zij neme de exploitatie zelve ter hand, zij het met Rijks vergunning. Haar macht zal dan grooter zijn, dan bij een hoe uitnemend ook geredigeerde concessie aan anderen. Men verlieze bovendien niet uit het oog, dat het hier geldt een bedrijf, dat zich juist in de laatste jaren technisch heeft ontwikkeld op een vroeger nimmer verwachte wijze. Zijn verdere volmaking in een tijdvak van 25 jaren zóó te voorzien, dat de Gemeente door een te verleenen concessie de zekerheid verkrijgt immer, wat de telefoon betreft, op de hoogte van haar tijd te blijven, komt ons onmogelijk voor. En ten slotte mag gewezen worden op de wijze, waarop de laatste jaren in het vooruitzucht van het einde der concesssie de exploitatie door de Nederlandsche Bell-Telefoonmaatschappij heeft plaats gehad. Behalve dat aansluiting aan het net soms niet, soms na zeer lang wachten werd gegeven, bleef den Haag uitgesloten wij wezen er meer dan eens op van het ver keer met Duitschland. De vrees is gewettigd, dat, hoe streng de concessie ook worde geredigeerd, in de laatste jaren van het 25-jarig tijdvak, waarvoor zij zou worden verleend, soortelijke toestanden zich zouden voortdoen. En zeker is het, dat spoedige voorziening niettegenstaande het bepaalde in artikel 7 en 12 dan niet is te verwachten, terwijl de twee laatste jaren slechts onder zeer bezwarende omstandigheden recht op aansluiting zal bestaan. Op al deze gronden verzoekt de Kamer van Koophandel en Fabrieken Uwen Raad het voorstel van Burgemeester en Wet houders tot verleening eener nieuwe concessie aan de Neder landsche Bell-Telefoonmaatschappij niet aan te nemen maar te besluiten de exploitatie van het telefoonnet door de gemeeute zelf te doen geschieden. VII. Tot den Gemeenteraad van’s Gravenhage naar aanleiding van de plannen tot tijdelijke verplaatsing van de groentenmarkt. Heette het aanvankelijk, dat voor de groentenmarkt de Loos- duinschekade zou worden aangewezen, aangenaam was het de Kamer uit het voorstel van B. en W. te ontwaren, dat hiervan was afgezien.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1901 | | pagina 645