Bijlage 54
1
VERSLAG Gemeentemuseum.
’s-Gravenhage, den 26 Februari 1902.
Leden
Directeur van het Museum is de heer A. J. Servaas van Rooijen.
Toestand van hel gebouw.
Toestand der verzamelingen en van hel archief.
Wethouder.
1 Leden van den
J Gemeenteraad.
j Ingezetenen.
Voor zooverre de beperkte geldmiddelen het gedoogden
werden de verschillende verzamelingen onderhouden. (Zie restau-
ratiën).
De inrichting der groote benedenzaal werd geheel gewijzigd.
Het fraaie Haagsch porcelein en het glaswerk, geplaatst in de
glazen toonkasten welke het voorgaande jaar zijn aangekocht
komen thans beter tot hun recht; de nieuwe wijze van ten
toonstellen op beweegbare dragers trok de aandacht van des
kundigen. Vele schilderijen zijn verhangen. In de penningen
kamer zijn 2 platte toonkasten in gebruik genomen. (Zie onder
Ameublement).
Ingevolge art. 10 der Verordening van den 28 Juni 1887,
(Verzameling n°. 9) heeft de Commissie van beheer over het
Gemeentemuseum, de eer Uwe Vergadering aan te bieden haar
verslag over het jaar 1901.
De Commissie bleef samengesteld uit de heeren:
Voorzitter: G. de Wijs,
Mr. W. J. Snouck Hurgronje,
W. J. van Sandick, Penningmeester.
Jhr. Mr. V. E. L. de Stuers,
Mr. 0. J. E. Graaf van Bylandt,
SecretarisJ. M. BouscholteAmbtenaar ter Gemeentesecretarie.
De groote benedenzaal werd opnieuw behangen en voorzien
van een parketvloer, een maatregel ook voor de andere zalen
wenschelijk. De verlegging en gedeeltelijke vernieuwing der
hardsteenen stoepen ter weerszijden van het bordes, waarvan
in het vorige jaarverslag is gesproken bleef nog achterwege. Het
gebouw wordt overigens voldoende onderhouden.