67
tot aan de Broeksloot, tot het gebied van ’s-Graven-
hage zijn overgegaanwerd door den Raad in de
vergadering van 4 Juni besloten tot het vaststellen
van een plan voor stratenaanleg op deze terreinen.
In de Raadsvergadering van 16 Juli werd besloten
tot het aanleggen van eene straat, verbindende de
Wassenaarschestraat met den strandweg, en tot ver-
breeding van het daarbij gelegen gedeelte van de
Wassenaarschestraat.
Met wijziging in zooverre van de bij Raadsbesluit
van 29 Augustus 1899 gemaakte bepaling, dat de
op gemeentegrond vallende verlenging van den 45 M.
breeden weg door de Weslduinen (de Statenlaan) en
het op gemeentegrond vallende gedeelte van den 12 M.
breeden weg ten Oosten langs de stoomtrambaan van
de Hollandsche Ijzeren Spoorweg-Maatschappij, vóór
1 Januari 1902 gereed moeten zijn, werd, na ver
kregen instemming van belanghebbenden, in de Raads
vergadering van 24 September besloten1°. voorloopig
enkel het gedeelte tot de stoomtrambaan van den
45 M. breeden weg op de volle breedte aan te leggen;
2°. in plaats van het tusschen de stoomtrambaan en
den Westduinweg aan te leggen gedeelte van den
45 M. breeden weg, voorloopig te maken een hulpweg
met eene kruinsbreedte van 4 M.3°. aan te leggen
het bovengenoemde gedeelte van den 12 M. breeden
weg ten Oosten van de stoomtrambaan.
Tot deze wijziging van het Raadsbesluit van 29
Augustus 1899 werd besloten, wijl de verplichting tot
het maken van de grondwerken van het sub 2°. ge
noemde gedeelte weg rustte op den aannemer van
de Visschershaven, die ze echter eerst na 1 Januari
1902 behoefde op te leveren.
Bij Koninklijk Besluit van 27 Maart n°. 99 werden
de perceelen aangewezen, die, ingevolge de Wet van
10 November 1900 (Staatsblad n°. 181), moeten worden
onteigend voor den bouw van het stanniool der ge
meentelijke rioleering, voor den aanleg eener straat
tusschen Oranjeplein en Korte Groenewegje en voor
de verbreeding der Hoef kade en van den Stationsweg.
Na bereidverklaring van den heer A. N. J. M. Baron
van Brienen van de Groote Lindt en van het R. K.
Parochiaal Armbestuur van ’s-Gravenhage, tot koste-