1
72
I
Van het voor de werken sub. 2° uitgetrokken bedrag
(zie na 5°) werd eene som van 11.300.44| voor aan
sluitingen door particulieren terugbetaald
De Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, doende
wat des Waterschaps is, gaven de door de gemeente
gevraagde vergunning voor het uitvoeren van eenige
werken voor en in verband met de nieuwe rioleering
bij besluit van Februari 1901.
Dijkgraaf en Hoogheemraden van Delfland stelden
van dat besluit hooger beroep in, zonder, wat de in
diening van bet adres van appel betreft den vorm
in de Wet voorgeschreven in acht te nemen.
Den 30sten October diende de zaak voor de Afdeeling
voor de Geschillen van Bestuur in den Baad van State.
Op het eind des jaafs was de Koninklijke beslissing
nog niet gevallen.
Voor den loop der onteigening van perceelen voor
het leggen van ged'eejten van hel stanniool tusschen
de Laak en de Laan-van-Meerdervoort, vallende tus
schen Noord-West-Buitensingel en Veenkade wordt
verwezen naar het daarover sub. 1°. Straten en Plei
nen medegedeelde.
Het starariool in de Laan-van-Meerdervoort kwam
gereed tusschen de Waldeck-Pyrmontkade en de Van
de Spiegelstraat.
De grondduiker onder de Laakhaven in het stam-
riool LaakLaan-van-Meerdervoort en die onder de
singelgracht bij de Elandstraat in het moei riool Prin-
sessewal-Waldeck Pyrmontkade kwamen gereed.
Het hoofdstoomgemaal werd opgeleverd in de maand
Juli, doch kon nog niet in werking worden gesteld,
zoolang de afwikkeling der aanhangige vergunnings-
quaestie niet gedoogde het leggen van de grondduikers
onder Afzanderijvaart en Afvoerkanaal en het leggen
van de persbuis naar dat kanaal. (J)
Het moerriool in de Veerkaden en de gedeelten van
het slamriool tusschen Oranjeplein en Korte Groene-
wegje en in de Paviljoensgracht werden gelegdde
1
(1) Bij Koninklijk Besluit van 2 Januari 1902 n°. 13 werden Dijk
graaf en Hoogheemraden op grond van de bovengenoemde informaliteit
niet ontvankelijk verklaard in hun booger beroep.
(2) De aanbesteding van deze werken heeft thans plaats gehad.