86 e. 1°. vaarten. I 5336 stuks plantsoen, 10080 pinus auslriaca en 370 pinus monlana, ter gezamenlijke waarde van ƒ3055.84. De groei van het vaststaande hout was zeer goed geplant plantsoen had door de langdurige droogte zeer veel te lijden, en vele groote hoornen moesten geruimen tijd worden begoten om hei afvallen van bladeren te voorkomen. Zwakke exemplaren gingen door de felle hitte te gronde. Op het Zuid-Westelijk gedeelte van het Anna-Pau- lownaplein werden als proef buisleidingen gelegd, om de hoornen ondergronds te bevochtigen, en zoo het voortdurende opbreken van de verharding te voor komen. Merkbaar zijn de boomen op dit gedeelte harder gegroeid dan die op het andere gedeelte. Op den Scheveningscheweg bij «Hotel de la Prome nade», bij het Frankenslag en bij Scheveningen werden verscheidene iepeboomen door den iepenspintkever (Eccoptogaster Scolytus) aangetast. De zwakste boomen hadden hiervan het meest te lijden19 boomen, die het ergst waren aangetast werden verkocht, om gerooid en ter plaatse van schors en aangetast hout te worden ontdaan, ter vernietiging van de larven, terwijl de overige, minder aangetaste boomen, in ’t voorjaar zullen worden behandeld om verspreiding van dezen zoo gevaarlijken kever te voorkomen. Grachten en Het baggeren en op diepte houden van de vaarten en grachten geschiedde in eigen beheer. Er werd 8268 M3 grond en 16672 M’ bagger uit de grachten verwijderd. Van de uitgebaggerde specie werd aan particulieren verkocht voor een bedrag van f 1,982.40, terwijl ten dienste van de openbare reiniging voor eene waarde van 1230 werd afgeleverd. Rivieren, kanalen, vaarten en bijbehooi ende werken, als: walerkeeringenoverlaten, lijnpaden, sluizen, duikers, beschoeiingen, los- en laadplaatsen, bruggen enz. a

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1901 | | pagina 88