128 vaartuig een Scheveningsche Fransche stoomschip 1902 werd door het en het dienst. Den 13en April logger overstoom d „Michel”; de bemanning werd gered en de logger werd te Bremen binnengebracht. De Commissaris van Politie, belast met de aanmon stering van scheepsvolk te Scheveningen, deelt ons het volgende mede In 1902 kwamen verscheidene aanvragen in, om scha devergoeding wegens het verlies van ankers en touw werk aan onderzeesche telegraafkabels in de Noordzee, waarvan eenige wegens gebrek aan voldoende gegevens niet in behandeling genomen konden worden van drie zulke aanvragen werd de schade vergoed, en wel één door Engeland, één door Denemarken en één door Duitschland, terwijl de afloop van de behandeling der schadevergoeding aan de Engelsche Regeering verzocht, nog niet bekend is. Van de in 1901 in behandeling gebleven klachten, werd die van een Scheveningschen logger tegen een vischschip uit Lowestofft aldaar behandeld en aan den Scheveningschen reeder door den Britschen rechter eene schadevergoeding van f180.— toegekend. Van eene beschuldiging van het snijden van netten, ten nadeele van een Engelsch visschersschip, werd de Scheveningsche schipper alhier vrijgesproken eveneens werd de schipper van een Scheveningsch vischschip, beklaagd van diefstal en mishandeling tegen de be manning van een Engelsch schip, door de Rechtbank te ’s-Gravenhage vrijgesprokenten slotte is het onderzoek van de klacht, wegens aanvaring tegen een Scheveningschen logger met een Engelsche koppel nog niet afgeloopen. In 1902 kwamen drie klachten van Scheveningsche schepen wegens vernieling en snijden van netten in behandeling, waarvan twee tegen schepen uit Grimsby en een tegen een ander Scheveningsch visschersvaartuig. Van geen der drie gevallen is de uitslag' nog bekend. In Maart 1902 werd een bomschuit in den Nieuwe- Waterweg overstoomd door de Harwichboot; de be manning van het Scheveningsche schip werd gered, deed na vertimmering weder

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1902 | | pagina 144