153 Uit het 18e Jaarverslag' van de Vereeniging „Arti et Industriae” blijkt, dat het jaar 1902 voor de vereeniging een belangrijk jaar was. Op de tentoonstelling van Moderne Decoratieve Kunst, gehouden te Turyn werden 10 leden van „Arti” bekroond, n.l. met 2 eere-diploma’s, 3 gouden en 2 zilveren medailles en 3 diploma’s van verdienste. In het verslag over 1902 betreffende het Haagsch Museum van Kunstnijverheid vinden wij vermeld, dat het aantal donateurs met 32 is vermeerderd en thans 41 bedraagt, terwijl het aantal begunstigers is gestegen van 34 tot 55, met een meerdere opbrengst van f 30 voor eens, en van f 252 jaarlijks. In het jaar 1902 kon worden beschikt over een be drag van f 836.58-''de uitgaven bedroegen echter f 952.12"’, zoodat er een nadeelig saldo was van f 115.54. Het museum was op 57 middagen kosteloos toegan kelijk en werd toen bezocht door 1247 personen of ongeveer 22 bezoekers per keer. Tegen betaling ontving het Museum op 134 middagen 225 bezoekers. Van 15 Maart tot en met 13 April werd eene ten toonstelling van boekbinderswerk gehouden: hoewel het bezoek niet groot was, trok de tentoonstelling de aandacht van verschillende zijden. Evenals het vorige jaar werden regelmatig voor werpen beschikbaar gesteld voor het onderwijs aan de leerlingen der Academie van Beeldende Kunsten; ook werd het Museum bezocht door leerlingen, welke zich voor het examen M. O. teekenen voorbereidden. De zwakke financiëele toestand van het Museum verhinderde om aankoopen te doen, daarentegen mocht men zich verheugen in enkele geschenken en in een groot aantal in bruikleen gegeven voorwerpen. genoot van H. M. de Koningin-Moeder, de Gemeente ’s-Gravenhage en de Genootschappen „Pulchri Studio” en „Haagsche Kunstkring.” Door het Bestuur werden in het afgeloopen jaar de volgende schilderijen aangekocht „St. Janskerk te Gouda”, R. Bisschop: T. B. Hoppe; „Zomer,” W. Martens„Uitgaande kudde,” T. Mesdag en „Door de Sneeuw,” H. O. van Thol. „In ’t bosch,”

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1902 | | pagina 169