r
L
164
Omtrent de Toevlucht voor Dakloozen ran het Leger des
Heils alhier, ontvingen wij de volgende mededeelingen
De Inrichting biedt 50 personen eene geschikte plaats
aan, doch dit getal wordt in buitengewone gevallen
overschreden. In Januari 1902 was het gemiddeld getal
opgenomen personen, die huisvesting en voedsel genoten
54, in Februari 52, Maart 42, April 46, Mei 42, Juni 42,
Juli 43, Augustus 46, September 48, October 40, No
vember 45 en December 45 per dag.
De leeftijden der opgenomen personen varieerden van
20— 70 jaar. De werkzaamheden bepaalden zich in hoofd
zaak tot het maken van kachelhoutjes en tot dienst
verrichtingen; ook het timmerman s-, schilders-en smids-
vak werd uitgeoefend. Verscheidene personen werden in
het afgeloopen jaar, hetzij direct, hetzij indirect, aan
vast werk of eene betrekking geholpen.
De gezondheidstoestand was in vergelijking met vorige
jaren minder gunstig. Over het algemeen gaven de
verpleegden reden tot tevredenheid, slechts een klein
getal behoefde ontslagen te worden, wegens misbruik
van sterken drankontslag wegens luiheid kwam niet
voor.
Uit het verslag over het 43ste boekjaar van de Ver-
eeniging tot voortdurende ondersteuning der nagelaten be
trekkingen van verongelukte Scheveningsche Visschers blijkt,
dat het aantal weduwen en weezen, aan wie onderstand
wordt verleend thans bedraagt respectievelijk 102 en
63 tegen 103 en 72 in het voorgaande boekjaar.
waren steeds 20 tot 25 naaisters werkzaamslechts
enkele nieuwe konden geplaatst worden wegens geringe
afname van gemaakt goed.
Het Comité verleende weder zijn tusschenkomst voor
het plaatsen van werkvrouwen; in het eerste kwartaal
werden 75 aanvragen gedaan, aan 65 daarvan werd
gevolg gegeven. In de daarop volgende kwartalen was
het aantal aanvragen minder groot, zoodat menig werk
vrouw moest worden teleurgesteld.
Door de Onderstands-Commissie werden 30 naaisters
en breisters en 75 werkvrouwen aanbevolen, daarvan
werden 44 werkvrouwen voor tijdelijk of voor vast
geplaatst en 11 naaisters.