12
28
van
de invoering van de inrichtingen ten behoeve van de
regeling van den druk.
Reeds in 1880 was een aan vang gemaakt met deze regeling
van den druk door het meer of minder sluiten van de af
sluiters in den watertoren op zoodanige wijze, dat de druk
zooveel mogelijk werd beperkt tot hetgeen op de verschil
lende tijden van het etmaal noodig was. Wegens deeischen
van de brandweer moest echter deze regeling met de grootste
omzichtigheid worden toegepast.
Het gevolg hiervan was eene zekere onvastheid of weifeling
bij de vaststelling van de voorschriften, die voor de druk
regeling noodig waren, en deze weifeling spiegelt zich ook
af in de onregelmatige kronkelingen van de (onderste) ver
bruikslijn, totdat zooals gezegd in 1891, tengevolge
van de invoering van eene nieuwe inrichting van de druk
regeling, aan de desbetreffende voorschriften een meer vasten
en een beter omschreven vorm kon gegeven worden, wat
ook weder te zien is in de meerdere regelmatigheid, die de
verbruikslijn na 1891 heeft aangenomen.
Eindelijk toont deze graphische voorstelling duidelijk aan
hoe de door de drukregeling verkregen (afwijkende) gunstige
richting van de verbruikslijn nog meer werd in de hand
gewerkt door de invoering van de contrólemeters in 1898.
Uit het onderhavige diagram kan men met tamelijke
nauwkeurigheid bepalen de uitwerking van elk dezer in den
loop van de exploitatie getroffen maatregelen, ter beteugeling
van de waterverspilling.
De (onderste verbruikslijn vertoonde namelijk haar grootste
toenadering tot de (bovenste) bevolkingslijn tot in 1883,toen
bij het punt a eene kentering viel waar te nemen, tenge
volge van eene verscherpte controle en van het voorschrift
om het verbruik voor besproeiing en voor het schrobben
alleen volgens watermeter toe te laten.
De daarna ingetreden afwijking veranderde spoedig in eene
toenadering der beide lijnen, totdat in 1891 door de druk
regeling weder eene kentering bij c werd teweeggebracht
en eene gunstige afwijking der lynen weder intrad, die nog
versterkt werd door de invoering van de watermeters (con
trole-), waardoor voor de derde maal eene gunstige kentering
viel waar te nemen in d.
Trekt men nu drie lijnen zooals op het diagram in ’t
rood aangegeven allen beginnende bij het punt van uit
gang p (1875). loopende respect, door de punten a, c en d
tot de verticale lijn van het jaar 1902, die gesneden wordt
in de punten a', c‘ en d', terwijl de verbruikslijn zelve deze
verticale lijn van 1892 snijdt bij het punt e, dan geven deze
snijpunten aan een hoofdelijk etmaal verbruik:
VERSLAG DER DUINWATERLEIDING.
11