15 8 zal het hoogst gewenscht zijn, dat er spoedig worde voorzien in eene voldoende huisvesting der verpleegsters, die thans bij ontstentenis van dit laatste een groot gedeelte der be staande klassekamers benevens een ziekenzaal in beslag hebben genomen. Op dit oogenblik zijn in functie 83 ver pleegsters en verpleegers, terwijl voor dezen slechts aanwezig zijn 42 kamertjes. Er worden dus 41 bedden door het ver pleeg! ngspersoneel in beslag genomen, welke bestemd zijn voor klassepatienten. Ijverig wordt er reeds aan gewerkt om ook in dezen toestand verbetering te brengen, daar een plan tot stichting van een zoogenaamd zusterhuis reeds in bewerking is, dat waarschijnlijk eerlang den Gemeenteraad zal bereiken. Moge het daar een gunstig onthaal vinden. Hierdoor alsmede door het feit dat er in den laatsten tijd verbetering is gekomen in de salarieering der verpleegsters en verpleegers zal zeker een eind komen aan de klacht, welke de laatste jaren gedurig moest worden geuit, dat de verpleegsters na verkregen diploma steeds bijna zonder uit zondering het ziekenhuis verlieten, om elders onder voor- deeliger condities hun werk te verrichten. Dan zullen wij beter de vruchten kunnen plukken van moeiten en zorgen, welke vereischt worden om een leerling te maken tot een betrouwbaar verpleegster. Niemand zal daarvan meer genieten dan de patiënten. Van de verpleegsters werden in October na gedaan examen, dat door het Haagsche Comité ter opleiding tot ziekenverpleging in het Ziekenhuis werd gehouden, 10 gediplomeerd n.l. de dames Bloemen, Braat, Gisolf, Groene- boom, Van der Kolk, Molenaar, De Niet, Pénard, De Stigter en Verhoog. Onder het personeel van de Hoofdverpleging had dit jaar weinig mutatie plaats. De hoofdverpleegster, Mej. Kip, was, wegens familieomstandigheden, genoodzaakt hare betrek king neer te leggen en werd vervangen door Mej. Bos. Als Heel- en Verloskundige van het Gemeente-ziekenhuis werd in Februari door den Gemeenteraad benoemd Dr. Schoe- maker, arts te Nijmegen, nadat bij ontstentenis van dezen titularis die dienst tijdeijk was waargenomen door Dr. Mol. De Hulpgeneesheer Dr. Damsté vroeg ontslag tegen April en in diens plaats werd benoemd Dr. Hartog, assistent aan de Rijksuniversiteit te Utrecht. Verder werd besloten tot aanstelling van een vierden Hulpgeneesheer en als zoodanig benoemd Dr. v. Houtum, vroeger Hulpgeneesheer in het Ziekenhuis te Rotterdam. Hier een woord van lof voor de krachtige wijze, waarop ik door allen wordt bijgestaan bij het leenigen van het vele lijden der zieken en het onderhouden van orde en goeden toon, die in een ziekenhuis zoo onmisbaar zijn. Tevens een woord van dank aan de Adjunct-directrice Mej. Manden, die VERSLAG GEMEENTEZIEKENHUIS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1902 | | pagina 296