12 Verbetering van den Gezondheidstoestand in de Gemeente ’s-Gravenhage over 1867—68). Wat zal nu gebeuren, wanneer de sloot aan de Schelpkade gedempt zal zijn? Fig. 2 geeft daarop het antwoord. Veron dersteld is daarbij, dat het gelegde riool overeenkomstig den eisch waterdicht zal zijn en dus geen grondwater zal afvoeren, of zooals Burgemeesters en Wethouders in hun praeadvies zeggen „dat het riool hoegenaamd geen schadelijken invloed zal hebben op den grondwaterstand.” De kromme lijnen van den grondwaterstand van het Kanaal tot halfweg naar de Schelpkade zullen nagenoeg gelijk blijven als vóór de demping (Fig. 1), maar van half weg tot aan de. Schelpkade zal de toestand een andere worden. Het grondwater van Schelpkade en omgeving kan na de demping zich niet meer in de sloot aldaar ontlasten en moet nu naar het Kanaal stroomen. Het water kan echter niet over eene hoogte klimmen en evenmin kan het grondwater van de Schelpkade over de vroegere kromme lijn heen naar de zijde van het Kanaal afstroomen. Het zal zich dus eerst ter plaatse verzamelen, de grond waterstanden aldaar doen stijgen en wel zoolang, totdat het bij de Schelpkade zooveel hooger zal zijn gestegen, dat er voldoende verval vandaar naar het Kanaal zal zijn om al het meerdere grondwater ondergronds naar het Kanaal te kunnen laten afstroomen. De grondwaterkromme zal dus niet meer van b naar c vallen, maar zij zal integendeel van b naar c moeten stijgen en, tenzij de Sophialaan en Plein naar eene andere richting gemakkelijker gedraineerd kunnen worden, zal de grond waterkromme verder ook van c naar d stijgen. De normale grondwaterstand bij c (Schelpkade) zal dus ten gevolge van de demping hooger stijgen en deze stijging zal zich beginnen merkbaar te maken halverwege tusschen Kanaal en Schelpkade, vandaar toenemen tot aan de Schelp kade en verder naar de zijde van de Sophialaan. Wanneer in den winter de grondwaterstand boven den normalen stand stijgt, dan zal de grond waterlijn den vorm van de gestippelde lijn in figuur 2 aannemen, en terwijl de stijging dan bij b (halfweg) evenals in Fig. 1 (vóór de dem ping) S zal zijn, zal zij bij de Schelpkade, waar zij vroeger nul was, nu grooter dan S zijn en aan het einde van de Sophialaan ongeveer 2 S zijn, terwijl hier vóór de demping de stijging slechts 1 S bedroeg. Men ziet dus, dat niet alleen de normale grondwater standen ten gevolge van de demping hooger zullen stijgen, maar dat ook de schommelingen in de grondwaterstanden grooter dan vroeger zullen worden. VERSLAG GEZONDHEIDSTOESTAND.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1902 | | pagina 312