17
18
nieuwe woningwet, volgens welke bepaling de gemeentebe
sturen voorschriften zullen moeten maken omtrent het hoogte-
peil van den vloer der beneden-woonvertrekken. Dat ook Uw
Raad het belang hiervan heeft ingezien, blijkt uit de Verorde
ning, regelende de Bouwpolitie, van 1894 No. 3, waarin o.a. in
Art. 34 bij de indiening der teekeningen verlangd wordt, dat
daarin worde aangegeven de hoogte van Delflandspeil of in
Polders van polderpeil.
Bij den bouw der woningen is in den regel op een bepaald
waterpeil gerekend, en wordt nu dit peil verhoogd, dan zal
het grondwater dichter tot den houten vloer der beneden
verdieping naderen en hoogerop in de muren dringen, en zal
het onvermijdelijk zijn dat daardoor niet alleen vele kelders,
maar ook vele woningen in haar geheel vochtiger worden.
Daarin kan toch niet, zooals de Heeren Bevers en Van
Liefland omtrent de kelders wenschen, door iederen eigenaar,
veel minder door iederen huurder, afzonderlijk worden
voorzien.
Wanneer adressante nu verder nagaat wat in het preadvies
van Burgemeester en Wethonders (Bijlagen der Handelingen
No. 537 dato 6 September 1901) is gezegd, dan vindt zij, dat
door haar in het bovenstaande reeds is weerlegd de bewering,
als zoude de slechts bij hooge uitzondering voorkomende
afwisseling van den grondwaterstand van 0.20 -4- tot 0.30 M.
-j- D.P., strijden met hetgeen zij heeft genoemd..een nagenoeg
constante waterspiegel”.
Wat nu betreft de uitkomsten der sedert 6 a 7 jaren
vanwege de Directie der Gemeentewerken geregeld gedane
waarnemingen van den grondwaterstand, zoo betreurt adres
sante dat dergelijke kostbare gegevens, die niet alleen voor
de Directie der Publieke Werken, maar ook voor de hygiënisten
en anderen van belang zijn, niet ter kennis van het publiek
worden gebracht.
Het praeadvies zegt:
.De grondwaterstand blijkt nabij de grachten op een en
„hetzelfde punt af te wisselen van 0.12 M. -4- D.P. tot 0.45 M
D. P., op een verder van de gracht afgelegen punt van
„0.12 M. -4- D.P. tot 0.35 M. -j- D.P. met doorloopend lager
„peil dan op eerstgenoemd punt.”
Nader vernemen wij, dat de hier bedoelde punten resp. zijn
de brandput op de Varkenmarkt en die op de Groote Markt
bij de Vlamingstraat.
In het midden latende of deze diepe putten daar te plaatsen
wel de juiste waarnemingspunten voor de grondwaterstanden
in de bovenlagen zijn, is het niet onmogelijk, dat de grond
waterstand nabij de gracht op de Varkenmarkt van 0.12 M.
-4- tot 0.45 D.P., dus in het geheel 0.57 M. heeft afgewisseld,
VEBSLAG GEZONDHEIDSTOESTAND.