24 f 727.520,91 Te zamen f 8.682.567,55s 7.955.046,64s de ontvangsten en de uitgaven zoodat die rekening sluit niet een batig saldo van Verder verwijzen wij naar de staten (Bijlagen 8 en 9), die den aard der ontvangsten en der uitgaven af zonderlijk vermelden. Van bovenvermeld saldo werd ten bate van den dienst 1902 beschikt tot een bedrag van f 593.350.61, terwijl het overige ad f 134.170,30 ten goede kwam aan den dienst 1903. Volgens de door Gedeputeerde Staten goedgekeurde begrooting voor het dienstjaar 1903 is het geraamd bedrag der ontvangsten f 6.712.141,70 en der uitgaven6.712.141,70 Op 6 Januari 1902 werd de inschrijving opengesteld op de vierde reeks obligatiën, groot f 1.500.000 van de 3*/2 pCt. geldleening, groot ten hoogste f 5.000.000, tot het aangaan van welke leening de Gemeenteraad in zijne vergadering van 19 December 1899 besloot. Op deze reeks werd ingeschreven voor een bedrag van f 5.729.000 tegen koersen, variëerende tusschen 95 en 100 pCt., waarvan f 1.553.000 tegen koersen van ten minste 98'/8 pCt. De koers van gunning werd door den Raad vastgesteld op 98' 8 pCt. Op 7 Juli 1902 werd de inschrijving opengesteld op de vijfde reeks obligatiën, groot f 1.000.000 van bovengenoemde geldleening. Op deze reeks werd in geschreven voor een bedrag van f 2.597.000 tegen koersen, variëerende tusschen 93 en 100 pCt., waarvan f 1.O89.OOO tegen koersen van ten minste 9767ioo pCt. De koers van gunning werd door den Raad vastgesteld op 9757 ioo pCt. De Hoofdelijke Omslag werd geheven naar den maat staf van 2 pCt. De kohieren dier belasting beliepen tot 1 April 1903. Primitieff 878.323,64 Suppletoir76.617,95 f 954.941,59

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1902 | | pagina 40