5 Vergissing. Een geval bleek bij onderzoek op eene vergis sing te berusten, daar men verzuimd had te vermelden, dat het kind naar eene andere school was overgegaan. zullen zijn, alvorens de strafbepalingen der wet hen kunnen treffen. In deze overtuiging wordt veel gezondigd. Andere ouders meenen weer de eventueel opgelegde boete wel te kunnen betalen uit het schoolgeld, dat zij door het verzuim der kinderen besparen. Een spoediger krachtiger optreden der wet in deze gevallen in het bijzonder zou voorzeker beteren invloed uitoefenen. Bezwaren tegen de bijzondere school, waar zij geplaatst waren, was in 2 gevallen de oorzaak van het verzuim. Wel waren zij na verloop van eenigen tijd op eene openbare school ingeschreven, doch wegens gebrek aan plaatsruimte konden zij niet dadelijk worden toegelaten. Wanbetaling was in 5 gevallen oorzaak van het gedwongen verzuim. Steeds werd door de Commissie bij de ouders aangedrongen op aanvrage om gedeeltelijke desnoods tijdelijke geheele vrijstelling. Het ware te wenschen, dat ook in deze de Leerplichtwet maatregelen nam, opdat de kinderen niet geheel van onderwijs verstoken blijven, zoolang de ouders hunne aanvrage niet ingediend hebben. Onbekende oorzaken. Omtrent de oorzaak van 8 gevallen bleef de Commissie door verschillende omstandigheden ge heel in het onzekere. Correspondentie. Behalve met de arrondissements-school- opzieners en verschillende hoofden van scholen werd in den loop van het jaar briefwisseling gevoerd met: 1 den Raad der Gemeente tot betuiging van instemming met het verzoek, door de vereeniging „Kinderkleeding” tot den Raad gericht, om toekenning van eene subsidie van 5000. 2°. den Wethouder van Onderwijs ten einde leedwezen te betuigen, dat het verslag der Commissie over 1901, aanlei ding heeft kunnen geven tot eene misvatting in den Raad. 8°. de Commissie tot wering van schoolverzuim in de 5e afdeeling over de redenen, waarom de Commissie in de le afdeeling niet mee kon gaan met haar voorstel aan den Raad om toekenning van presentiegelden, en om de meerdere daaruit voortvloeiende kosten te bestrijden uit de vergoe ding aan de secretarissen. 4°. den Heer Dr. A. Sikkel, tot wien gericht werd het ver- (le Afd.) VEBSL. V. D. COM. T. WERING V. SCHOOLVERZ. 20

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1902 | | pagina 530