20
VERSLAG der Commissie tot wering van School
verzuim in de 4e Afdeeling, over het jaar 1902.
S
Ingevolge art. 9 van het Koninklijk besluit van 16 Nov.
1900 (Staatsblad n". 200) heeft de Commissie tot wering van
Schoolverzuim in de 4e afdeeling de eer aan den Raad der
gemeente 's-Gravenhage uit te brengen het navolgend verslag
harer werkzaamheden over het jaar 1902.
In de samenstelling der Commissie kwam geene verande
ring. Zij bestond, evenals ten vorigen jare, uit de heeren A.
Abrahams, M. J. Gillissen, A. Goedman, W. J. Th. Kouwen-
hoven, G. C. F. van der Laan, J. R. van der Laan en P. van
Pijlen, uit wier midden in de vergadering van 10 April 1902
met algemeene stemmen werden herbenoemd tot voorzitter
de heer G. C. F. van der Laan en tot secretaris de heer M.
J. Gillissen.
De Commissie hield 23 zittingen, waaronder één buiten
gewone.
Naar aanleiding der kennisgevingen van de schoolopzieners
in de drie anondisssementen, werden door haar niet minder
dan 225 personen opgeroepen, waarvan er 130 verschenen,
terwijl aan de overigen de schriftelijke waarschuwing werd
toegezonden.
Ambtshalve inschrijving had plaats van een meisje, dat
op 11 '/Jarigen leeftijd door de ouders was thuis gehouden
om geld te verdienen.
De voor de Commissie verschenen personen, veelal de
vrouwen der opgeroepenen, ontvingen van den Voorzitter een
meer of minder ernstige mondelinge waarschuwing, naar
gelang de redenen en verontschuldigingen, die zij inbrachten,
door de Commissie van weinig of veel belang geoordeeld
werden.
Velerlei redenen voor het verzuim werden opgegeven
spijbelen, huiselijke omstandigheden, gebrek aan schoeisel
of kleeding, de wensch om oudere leerplichtige kinderen iets
te laten verdienen tot verhooging der inkomsten van ’t gezin,
onverschilligheid der ouders, onwil der kinderen, onmacht
tot het betalen van schoolgeld, ziekte der ouders of der kin
deren, enz.
Steeds zorgde de Commissie er voor, eenigszins op de hoogte
-